Ruth 1 : 16b
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Want waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.
Persoonlijke verwijzingen in de preek zijn verwijderd
Gemeente des Heren,
Twee mensen staan op een eenzame weg. Het is er stil en verlaten. In de wijde omtrek is geen bedrijvigheid van mensen te ontdekken. Want ze staan op een stukje niemandsland. Naast hen, aan de kant van de weg, staat een paal. Het is een grenspaal. Zij geeft de grens aan tussen het land Moab en het land Israël. Beide mensen staan op het punt die grens te overschrijden. En dat betekent nogal wat. Dat houdt heel veel in. Het is geen kleinigheid om in een ander, een vreemd land te vertoeven. De oudste van die twee heeft het in haar leven al bemerkt. Ze is al eens een grens overgetrokken, door hongersnood gedreven. De jongste zal het gaan bemerken. Je komt in een omgeving terecht die volkomen onbekend voor je is. Er wordt een taal gesproken die je niet verstaat. Dat belemmert de omgang met de mensen. Je kan je daardoor onbegrepen en eenzaam gaan voelen. Een mens heeft nu eenmaal behoefte aan contact. Je komt met zeden en gebruiken in aanraking, die volkomen vreemd voor je zijn. Het is het beste je zo snel mogelijk aan te passen, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is niet eenvoudig om als vreemdeling ergens tussen te komen en een plaats te veroveren. Er kan in dat andere land zelfs een andere God worden vereerd, zodat je in je diepste godsdienstige gevoelens wordt aangevochten en heen en weer geschud. Ja, een landsgrens overschrijden, dat betekent nogal wat. Veel gastarbeiders in ons land weten ervan mee te praten. Eigenlijk overschrijdt je dan ook een grens in je leven. Je sluit een stukje van je leven af en je begint een heel nieuw deel. Je ziet terug en je ziet vooruit aan een grenspaal van je leven.
Ook deze beide vrouwen doen dat. Ze zien terug naar het land, waarin ze zoveel jaren hebben gewoond en waarin ze erg veel hebben beleefd. Ze hebben er veel vreugde en blijdschap gekend, maar later ook erg veel verdriet en rouw. Ze zien aan deze grens terug op een leven vol herinneringen. Maar ze zien hier ook vooruit. Naar het land, waar hun weg naar toe voert. Ze hebben ook verwachtingen. Wat zal de toekomst hen brengen? Wat zullen ze in dit andere land meemaken? Zal er veel zon zijn of veel schaduw? Veel vreugde of veel verdriet? In ieder geval gaan ze samen. Want bij die grenspaal belijdt de een haar liefde aan de ander en bindt de een zich plechtig aan de ander voor haar hele verdere leven. Waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.
Bruid en bruidegom, deze trouwdag is ook een grenspaal in jullie leven. Ook jullie staan op de grens. Gelukkig niet van twee landen. Jullie gaan niet emigreren. Jullie blijven zelfs vrij dicht bij wonen. En daar zijn we allemaal blij mee. Niet in het minst jullie ouders. Maar toch sta je op de grens van twee werelden, op de grens van twee fases, twee periodes in je leven. Je ziet terug in het oude land, dat achter je ligt. De jaren van je kind zijn en je jeugd. De jaren van je groei naar de volwassenheid toe. En bij elk van jullie zullen daarbij veel herinneringen boven komen. Herinneringen uit het gezin, waarin je liefderijk bent verzorgd en opgevoed. Herinneringen van je schooltijd. Herinneringen van je werk. Herinneringen aan alle mogelijke lotgevallen. Herinneringen aan vreugde en droefheid. Maar dat oude land, dat oude stuk van je leven heb je nu voor goed afgesloten. Jullie keren het de rug toe, al zul je het nooit vergeten en er altijd dankbaar voor blijven, met name dankbaar voor wat jullie ouders met hun gebreken, toch voor jullie geweest zijn, boven alles hoop ik dankbaar voor de goede leiding, bewaring en zorg van God die er was in jullie leven. Voor alles aan wat Hij aan jullie ten koste heeft gelegd.
En vandaag zien jullie als het ware ook vooruit naar een nieuw land, het land van je huwelijk. Het land van je toekomst. Wat zal er in dat land voor jullie zijn weggelegd? Wat zullen jullie zoal meemaken? Jullie en wij, we weten het niet. Het is een onbekend land. Maar in ieder geval ben je vandaag met elkaar verbonden als reismakkers en tochtgenoten door dat nieuwe land. En ik hoop, dat jullie dan ook echt met elkaar gaat en elkaar liefde en trouw zult bewijzen. Ik hoop daarom, dat vandaag, bij de grenspaal van jullie leven, door jullie dezelfde woorden gesproken worden als bij die grens tussen Israël en Moab. Dat dezelfde liefde en trouw aan elkaar wordt beloofd. Dat jullie het ook uit de grond van je hart tegen elkaar zeggen: waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten, uw volk is mijn volk en uw God mijn God.
Merken jullie, waar in deze tekst de volle klemtoon op komt te liggen? Op uw en gij. De ander is het belangrijkste in deze liefdesverhouding. De ander gaat voorop. Op de ander komt het volle gewicht. Gij en uw eerst en ik en mijn komt er achteraan. Het eigen ik zinkt volledig weg achter het gij van de ander. Zo is het bij de echte liefde. Zo heeft het ook bij de echte liefdesverhouding in het huwelijk te zijn. Als het ons niet alleen en bovenal om de ander gaat, beginnen we niet goed. Het gaat er niet in de eerste plaats om dat we zelf liefde ontvangen, maar dat we liefde geven. Het gaat er niet om dat we zelf gelukkig worden door de liefde en het huwelijk, maar dat we de ander gelukkig maken. Het gaat er niet om, dat wij verzorgd worden door de ander, aangename gevoelens krijgen door de nabijheid van de ander en genieten, maar het gaat er meer om dat wij voor de ander zorgen en dat wij het de ander zo prettig mogelijk maken. Echte liefde is natuurlijk wederzijds, zodat wij ook zelf weer liefde ontvangen van de ander en dat mag, dat is goed, maar als we de liefde tot elkaar zuiver willen houden, heeft die op de eerste plaats van ons te komen, heeft het ons voor alles om de ander te gaan. Eerst gij, jij, dan ik.
En eigenlijk is daartoe steeds weer een bepaalde verandering in ons hart en in onze gezindheid nodig. Een verandering, die de bijbel bekering noemt, echt een ommekeer. Want we beginnen er mee, dat alles om ons zelf draait, dat het ik voorop gaat en het gij volgt. We zijn door de zonde zelfs in de liefde egoïstisch geworden, op ons zelf gericht. Zelfs in de liefde kunnen we meer ons zelf zoeken dan de ander. En dat moet veranderen. Daarin is bekering nodig. En die bekering kan alleen plaats vinden, als we onze ogen in het geloof richten op de Here Jezus Christus. Op hem, bij wie het ook nooit om zichzelf, maar altijd om de ander, om ons mensen is gegaan. Die de heerlijkheid en het volle geluk van de hemel verlaten heeft, zich ontledigd heeft, zegt Paulus en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, om ons, uit liefde tot ons. Die zichzelf aan ons heeft aangeboden en weggegeven en die zo in zijn liefde een brug geslagen heeft van God naar ons toe en van ons naar God toe over de grote kloof van onze zonden en schuld heen. Zoek het daarom bij deze Jezus in je huwelijk. Bidt hem steeds weer om zijn hulp en zegen in jullie liefdesverhouding tot elkaar. Dan staat hij achter jullie om jullie steeds weer door zijn stuwende en vernieuwende kracht te bekeren, zodat je liefde weer rein en zuiver wordt, het bij je echt om de ander gaat. Dan staat Hij ook vóór jullie als een wegwijzer en een voorbeeld hoe het moet, hoe ware zelfverloochenende liefde moet zijn. Ga met deze God en Heiland je huwelijk in. Want met hem kan het pas echt goed en fijn worden.
De tekst spreekt ook van een heel grote eenheid tussen Naomi en Ruth. Ruth verklaart alles gemeenschappelijk te zullen doen met Naomi. Haar in alle dingen volkomen te volgen en in geen enkel opzicht van haar zijde te wijken. Waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, waar gij zult vernachten, zal ik vernachten, uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Het waren twee verschillende mensen. Al waren zij al een tijdje familie van elkaar, ze hadden verschillende karakters en verschillende ideeën. Er was een behoorlijk verschil in leeftijd. Ze kwamen zelfs uit een verschillend land. Met een verschillende godsdienst. Ze spraken een verschillende taal. Maar toch werd daar aan de grenspaal beloofd, dat ze voortaan alles samen zouden doen.
Jullie zijn ook twee verschillende mensen. Je hebt verschillende karaktereigenschappen. Je hebt ieder een eigen verleden. Je bent opgegroeid in verschillende gezinnen en op verschillende plaatsen. En nu is het de bedoeling, dat je ondanks dat meer en meer naar elkaar toegroeit, meer en meer een eenheid met elkaar gaat vormen. Het is de bedoeling, dat je alles gemeenschappelijk gaat doen en elkaar niet loslaat. Dat is bepaald niet zo gemakkelijk. Je begint er vast met frisse moed aan en vol hoop. Het zou verkeerd zijn, als je op deze trouwdag geen hoop en moed had. Maar het zal heus niet altijd even eenvoudig zijn om samen in alles een gemeenschappelijke basis te hebben en één lijn te trekken. Vooral in moeilijke tijden kan dat echt veel strijd opleveren. Maar probeer het. Waak er voor, dat je uit elkaar groeit, dat ieder een eigen leven gaat leiden. Denk eraan, dat de boze, de duivel, die in het Grieks diabolos heet, dat wil zeggen, de grote wigdrijver, die zich ertussen werpt, niet alleen een wig drijft tussen God en ons, maar ook tussen mensen die in liefde met elkaar verbonden zij. Pas ervoor op, dat hij niet tussen jullie in komt. En daarom: Doe alles met elkaar. Bespreek alles met elkaar.
En deze opdracht geldt des te meer op godsdienstig gebied. Want de band tussen man en vrouw heeft betrekking op alle levensgebieden als het goed is en met name op het geloof. Met name daarin hebben we een eenheid te vormen en elkaar te volgen. Niet alleen in alle dingen, die tot het tijdelijke leven behoren, maar ook in alle dingen, die het eeuwige leven betreffen zullen jullie elkaar trouw moeten helpen en bijstaan, zoals het huwelijksformulier zegt. Bij echte liefde gaat ook het gezamenlijke geloof een grote rol spelen.
Dat blijkt ook bij Ruth het geval te zijn. Zij spreekt niet alleen de belijdenis van haar liefde tot Naomi uit, maar ook de belijdenis van haar geloof. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Uw volk is mijn volk? Dat heeft toch nog weinig of niets met het geloof te maken? Zeker wel, want in het oude testament is het woord volk geen menselijke term, die sociale banden aangeeft en banden van ras en taal, maar is het een godsdienstige term. Zij geeft een gemeenschap aan, die voor het aangezicht van God leeft, die haar bestaan aan God te danken heeft, die God als koning aanbidt, die op de rijke beloften van God vertrouwt en aan de geboden van God gehoorzaam is. Israël was als volk geen gewoon volk, maar Gods volk, Gods verbondsvolk. Gods oudtestamentische gemeente. Daarom zegt 'uw volk is mijn volk' eigenlijk al evenveel als 'uw God is mijn God '.
Deze twee vrouwen kwamen uit het land Moab, het land waar de afgoden heersen en werden aanbeden en ze gingen naar Israël, het land van de ware God. Ik hoop, dat dat bij jullie ook zo is. Nog steeds zijn er afgoden, groot in aantal en sterk in macht, al worden ze niet meer letterlijk in tempels met beelden en met offers geëerd. Nog steeds zijn er machten, die van God aftrekken. Er is een afgod, die getrouwde mensen in de verleiding brengt om samen als het ware compagnons van een zaak te worden en zo snel mogelijk zo veel mogelijk te verdienen en welvaart en luxe te verzamelen en alleen maar van de aardse dingen te genieten. Er is een afgod, die als een rat aan de exclusieve band van het huwelijk knaagt en alom voor losbandigheid en zedeloosheid reclame maakt. Er is een afgod, die de band tussen seksuele gemeenschap en voortplanting volledig wil doorsnijden. Die propageert dat ieder kan genieten zonder dat de consequenties gedragen hoeven te worden. Die propageert, dat kinderen meer een last dan een lust zijn en dat het asociaal is om veel kinderen te hebben. Er is een afgod, die probeert het onderscheid tussen man en vrouw, dat God in de schepping heeft gelegd, te vernietigen. En ga zo maar door. Wat deze zaken betreft, leven we in een angstwekkende tijd, vol verwording. Laat deze moderne afgoden geen greep op jullie krijgen. Verlaat het Moab van deze jaren. En ga naar de ware God toe, de Vader van onze Here Jezus Christus. Probeer je aan zijn ordeningen en geboden te houden. Probeer ook oprecht deel uit te maken van het huidige volk van God: de christenheid en de gemeente van Christus. Probeer een actief lid van dat volk te worden door trouw naar de kerk te komen, je leven in te richten naar Gods wil. Het van de verlossing en de vergeving van de Here Jezus te verwachten. Je wil je huwelijk met God beginnen. Anders zaten we hier niet in de kerk. Zet je huwelijk zo ook voort. Zorg er voor, dat het meer en meer zal blijken, dat je van het volk, waarmee God een verbond van liefde en genade gesloten heeft, christenen, deel wilt uitmaken. Maak het waar tegenover je man, je vrouw, je medechristenen. Ik ben een vriend, ik ben een metgezel, van allen die uw naam ootmoedig vrezen en leven naar uw goddelijk bevel. Zorg ervoor, dat je dezelfde God hebt en dezelfde God dient. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God.
Het is een belijdenis van liefde tot de medemens en een belijdenis van geloof in God. Jullie spreken straks het ja-woord uit. We hopen, dat dat evenzeer tegelijk een belijdenis is van je liefde tot elkaar en van je geloof in God. Want dat moet het wezen. Wie verre van God staan, die zullen eens te gronde gaan. Maar wie nabij God wil wezen, die ontvangt een zalig lot. Dat zien we ook aan hoe het verder met Ruth is gegaan. Ze was een heidense, maar de God van Israël wilde haar rijk zegenen. Ze mocht en gelukkig huwelijksleven kennen met Boaz. Ze mocht zelfs de stammoeder worden van de Here Jezus Christus. Veel zegen van God staat jullie te wachten als je in alle opzichten wilt luisteren naar de tekst uit Gods woord, die je vandaag mee hebt gekregen je huwelijk in en als je Ruth als voorbeeld neemt. Want de Heer betoont zijn welbehagen aan hen, die needrig naar hem vragen, Hem vrezen, zijne hulp verbeiden en door zijn hand zich laten leiden, die hoe het ook moog tegenlopen, gestadig op zijn goedheid hopen. Zeg het steeds tegen elkaar als een belijdenis van je liefde en van je geloof: waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan. Waar gij zult vernachten, zal ik vernachten, uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Amen.
Rapporteer
My comments