De website van Arie Tromp

Trouwpreek, de Here dienen

Jozua 24 : 15b


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen.

Persoonlijke verwijzingen in de preek zijn verwijderd

Gemeente des Heren,

Bruid en bruidegom, we kregen van jullie een keurige, stijlvolle trouwkaart. Zowel wat de vormgeving als wat de tekst betreft. Onze complimenten. Het was een heel andere kaart als ik jaren geleden eens kreeg. Ik vind die tussen mijn post, maak hem open, en het eerste zinnetje dat ik lees luidt: eindelijk hebben we dan hetzelfde bord voor onze kop. Dan sta je perplex. Ik weet nóg niet precies wat het stelletje ermee bedoelde, maar mijn vermoeden gaat wel een bepaalde richting uit. Het was afkomstig van een verre nicht, die lang zeer alternatief met andere jongeren in oude kraakpanden geleefd had. Ik hoor het haar vrienden zeggen: trouwen? Dat is burgerlijk en ouderwets! Je leeft samen met iemand of je vliegt als een vlinder van de ene bloem naar de andere? Maar wie trouwt er nu en sticht een gezinnetje? Dan ben je dom en bekrompen. Dan heb je een bord voor je kop.

Zo'n trouwkaart lijkt wel een verontschuldiging. Alsof bruid en bruidegom zich ervoor schamen, dat ze dat boterbriefje toch maar gaan halen. Dit is een teken dat de waarde van het huwelijk en het vormen van een gewoon huisgezin met vader, moeder en kinderen, vaak laag genoteerd staat. En dat niet alleen bij losgeslagen stadsjeugd. Maar tot in de kerken toe. Een boekje van de interkerkelijke gezinsweekkommissie had eens als titel: variaties in relaties. Elk artikel daarin bespreekt het vóór en tégen van een bepaalde relatievorm. Het ongetrouwd samenwonen, het samenleven van mensen van hetzelfde geslacht, bewust ongehuwd moederschap. Eén van die variaties is dan ook nog het huwelijk, dat ook zo zijn voor en tegen heeft. Er zijn enorme verschuivingen aan de gang. Het christelijke huwelijk en gezin worden zwaar onder vuur genomen. Het gezin zelf als door God gegeven en gewilde samenlevingsvorm wordt ondermijnd. En de christelijkheid van het gezin wordt ondermijnd. Het geloof heeft steeds minder een dragende en centrale plaats in de gezinnen. Dat God de mens schiep als man en vrouw met de bedoeling, dat ze een band van liefde en trouw voor het hele leven zouden aangaan en ze hun kinderen, als Hij die schenkt, zouden opvoeden in de vreze des Heren, wie ziet dat nog zo in deze tijd?

Ik hoop en vertrouw: jullie. Zodat jullie het vandaag en je verdere leven Jozua nazeggen: Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen!

Wanneer sprak hij dit? Bij een nieuwe fase en belangrijke overgang in Israëls geschiedenis. Eindelijk is het beloofde land veroverd en hebben alle families door het lót en zo ook door Gód hun erfelijk bezit toegewezen gekregen. Ze staan op het punt om er naartoe te gaan en er zich voorgoed te vestigen. Maar eerst verzamelt Jozua alle stammen te Sichem. Om zich daar voor het aangezicht van God te stellen. En om daar het verbond met de Here te vernieuwen. Hij laat hen opnieuw beloven, dat ze de Here, hun God, zullen blijven dienen.Zo is het vandaag voor jullie ook een belangrijke overgang en gaan jullie ook een nieuwe fase in in de geschiedenis van je leven. Jullie gaan je nu ook vestigen, als man en vrouw. En dat is een goede gelegenheid om je hier ook samen voor het aangezicht van God te stellen. En hier ook samen het verbond met de Here te vernieuwen. Om samen plechtig te beloven, dat je Hem zult volgen en dienen op de plaats, die Hij je in het leven toewijst. En om Hem te vragen of Hij jullie zijn beloofde zegen geven zal. Jullie gaan vandaag met elkaar een verbond voor het leven aan. Laat het tegelijk een vernieuwing zijn van jullie verbond met de Here. Laat het jullie een nieuwe impuls geven aan je leven met Hem. Dat je echt van plan bent om in jullie huwelijk het vertrouwen op Gods beloften en de gehoorzaamheid aan Gods geboden centraal te stellen. En je dat ook met je ja-woord plechtig toezegt. "Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen!"

Maar hoe begint nu die ontmoeting en verbondsvernieuwing tussen God en zijn volk daar in Sichem? Niet met de stoere beloftes van mensen, van het volk of Jozua. Als we onze tekst uit zijn verband lichten, komt die eigenlijk wat parmantig over. "Ik en mijn huis", we zullen het wel eens even gaan maken op geestelijk terrein. Ik denk niet, dat jullie met zulke zelfverzekerdheid je huwelijk beginnen. Daar hebben jullie het karakter en de instelling niet voor. Het zou ook verkeerd wezen. Ook Jozua heeft het niet zo bedoeld. Want wat gaat er aan vooraf? Dat het vólk eerbiedig luistert en Gód spreekt. Hij vertelt bij monde van Jozua alles wat Hij tevoren in zijn verbondstrouw aan Israël gedaan heeft. En Hij laat daarbij overduidelijk doorklinken, dat Hij de actieve, handelende, initiatief nemende God was. "Maar Ik nam uw vader Abraham. Ik leidde hem door het hele land Kanaän. Ik schonk hem Izaäk. En aan Izaäk schonk Ik Jacob en Ezau. Toen zond ik Mozes en Aäron. Ik bracht Ik u in het land der Amorieten. Ik gaf hen in uw macht. Ik zond horzels voor u heen. Zo gaf Ik u een land waarvoor gij niet gezwoegd hebt, en steden, die gij niet gebouwd hebt."

In elk verbond mogen twee delen begrepen zijn, zoals het oude doopformulier plechtig zegt, twee partijen die 'ja' tegen elkaar zeggen, zoals ook in het verbond van het huwelijk bruid en bruidegom "ja" tegen elkaar zeggen, als het om het verbond tussen God en mens gat, is de Here duidelijk de eerste en belangrijkste. En de verbondsvernieuwing begint daarmee, dat er een waslijst van zijn heilsdaden wordt vermeld. En de mensen daar stil en eerbiedig naar luisteren, horend wat hen allemaal aan heerlijks van Godswege overkomen is. Straks mag het óók klinken: "Maar ik en mijn huis." Maar eerst klinkt het: "Hij, en Hij alleen." Dan mogen wij daar nu ook wel eerst aan denken. Aan alle geweldige daden, die Hij tot nu toe aan jullie verricht heeft. Zijn verbond met jullie is ook niet van vandaag af gisteren en Hij was daarin ook steeds de eerste en actieve. "Toen schonk Ik je het leven. Ik gaf je ouders, die zo goed voor je gezorgd hebben en je op Mij gewezen hebben in hun opvoeding. Toen gaf Ik je steeds gezondheid en kracht. Ik bewaarde je voor ramp en tegenspoed. Toen schonk Ik je een goede ontwikkeling van al je gaven, de gaven van hoofd, hart en handen. Toen schonk Ik jullie aan elkaar, zorgde Ik, dat er liefde tussen jullie ontstond en die liefde verder ging groeien. Toen gaf Ik jullie fijne banen om te werken en tot nut van de maatschappij te zijn. Toen gaf Ik jullie de mogelijkheid van huisvesting." Ach, als we achterom zien, wat zijn zijn verbondszegeningen groot geweest. Net zoals aan Israël, ook aan ons. Wat is Hij steeds weer de zorgende en handelende persoon geweest. Net zoals aan Israël ook aan ons. Wat is ons toch veel in de schoot geworpen als een genadig geschenk. Net zoals aan Israël, ook aan ons. Dat zijn toch allemaal redenen tot grote blijdschap en dankbaarheid op deze dag? Dat zijn toch redenen om ook in je huwelijk met deze God verder in zee te gaan? Om het na zoveel weldaden niet parmantig, maar juist heel nederig en beschroomd, maar aan de andere kant toch ook spontaan en van harte uit te roepen: "maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen?"

Zo zegt Jozua ook tegen het volk nadat hij die hele rij van Gods weldaden had opgesomd: "Welnu, vreest dan de Here en dient Hem oprecht en getrouw. Doet weg de goden, die uw vaderen gediend hebben en dient de Here." Een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. Je hoort de kritiek van Jozua. het volk had de Here niet echt gediend, maar slap en halfslachtig. Het was niet echt een vrezen van de Here geweest, vol eerbied voor Hem, vol huiver voor zijn heiligheid. Hij had er maar wat bijgehangen als het vijfde wiel aan de wagen. De dienst was uiterlijk en voor de vorm geweest, niet van harte. En ze hadden de Here gediend zonder de afgoden weg te doen. Ze hadden steeds op twee gedachten gehinkt. Zo gaat het nog steeds in veel huwelijken en gezinnen. Men wil de Here dienen, maar wel minimaal. Men heeft wel wat voor Hem over, maar niet al te veel. Er zijn nog zoveel andere dingen, die je ook in beslag nemen. Eiqenlijk zijn we vaak te laf en te slap om een duidelijke keuze te maken. Om het radicaal en beslist te zeggen: "maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen." Omdat we daar vanuit ons zelf niet áán willen. Dan moeten we immers ons leven, ook ons huwelijks- en gezinsleven aan de Here prijs geven. Dan hebben we dat niet meer in eigen hand. Dan is de Here de baas in huis. Dan dient daar alles Hem. In plaats van dat het ons dient. Van nature zegt een mens: "maar ik en mijn huis, wij zullen de Here niet dienen." We regelen het zelf allemaal wel. Van nature is het kwáád in onze ogen de Here te dienen. En als dat zo is, ach dan is er keus genoeg. Dan kunnen we er ik weet niet hoeveel levensopvattingen op na houden. Dan kunnen we ons in ons huwelijk en gezin aan alle mogelijke machten overgeven.

Dan is dat verder ook één pot nat. "Kiest u dan maar heden wie gij dienen zult", zegt Jozua. Of de goden, die uw vaderen aan de andere zijde van de rivier gediend hebben. Dus de goden, die vroeger in Egypte zo'n zuigkracht op jullie uitoefenden. Of de goden van de Amorieten, in wier land gij woont. Dus de goden, die nu zo sterk van zich doen spreken. Met andere woorden: dan maakt het niet zoveel uit of we conservatief of progressief denken, of we behoudend zijn of modern. We volgen dan óf de afgoden van vroeger óf die van deze tijd, maar het zijn afgoden. De verschillen tussen de politieke en wereldbeschouwelijke stromingen worden vaak enorm aangedikt, terwijl de scheiding daartussen niet eens zo groot is. Want men gaat uit van de mens en wat de mens moet dienen. De grote kloof ligt tussen het dienen van de Here of het dienen van andere goden en machten. Kies maar met welke goden je het verder wil wagen, zegt Jozua, maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen.

Het is duidelijk dat het volk op deze belangrijke overgang in zijn geschiedenis voor een keuze gesteld wordt, waar het niet omheen kan. Wordt het de Here of wordt het een van de vele afgoden? Zo staan jullie ook voor een keuze. Je hebt voor elkaar gekozen. Kies je ook beiden voor de Here? Heel bewust en heel persoonlijk? Ook al gaan talloze leeftijdgenoten om je heen andere wegen? Ook al zeggen die misschien van jullie: die twee? Die hebben een bord voor hun kop? Onze tekst begint met het woordje 'maar'. Al zou heel Israël afgoden achterna blijven lopen, Jozua zal de Here dienen. Dat is de geloofsmoed om anders te durven leven dan de meeste anderen, om tegen de stroom in te roeien. Ik hoop, dat jullie die geloofsmoed steeds ontvangen. Ook al gaan we tegen de trend van de tijd in, ook al gaan we tot een steeds verder slinkende minderheid behoren, we blijven de Here dienen. Hij is als de verbondsgod ons trouw geweest. Wij zullen Hem trouw blijven. In veel, ook voor het oog nog aardig christelijk lijkende gezinnen, is de secularisatie toch al heel diep doorgedrongen. Men gaat niet tegen de tijdgeest in, maar geeft die alle ruimte om als een soort vijfde colonne de gezinnen van binnen uit uit te hollen. Men mist de ferme geloofsmoed van Jozua: Maar. Waarom? Omdat men nog niet tot een heel persoonlijke beslissing is gekomen. Maar ik. Het moet echt van harte gaan. We moeten er met hart en ziel achterstaan. Zoals ook Jozua het volk opwekte: "nu dan, doet de vreemde goden weg, die in uw midden zijn, en neigt uw harten tot de Here." Ik weet, dat jullie met hart en ziel achter elkaar staan. Anders begon je niet aan dit huwelijk: Sta zo ook met hart en ziel achter de Here.

En toch lijkt het later weer of hij het volk niet bemoedigt, maar ontmoedigt. Want hij antwoordt: "Gij zult niet in staat zijn de Here te dienen, want Hij is een heilig God. Hij is een naijverig God. Hij zal uw overtredingen en zonden niet vergeven." Wat bedoelt Jozua daarmee? Dat je goed moet weten waaraan je begint als je met de Here in zee gaat. Dat is geen licht, zelfs geen ongevaarlijk karwei, want Hij vraagt alles van ons en doen we dat niet, dan is leiden in last. Jullie houden zóveel van elkaar, dat je óók wil, dat de ander zich geheel aan jóu wijdt. Je zou het vreselijk vinden als met die liefde een loopje werd genomen. Het zou je boos en verdrietig maken. Zo wil God ook echt de enige zijn in ons leven. Hij wil niet met andere goden en machten gedeeld worden. Als we dat doen, spelen we met vuur. En wat doen we dat gauw. Nee, we willen jullie niet ontmoedigen. Krabbel niet terug. Blijf het zeggen: "Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen." Maar zeg dat wel heel ootmoedig. In het besef dat wij dit als zondige mensen nooit volledig waar kunnen maken. Dat we de Here ontzettend vaak zullen teleurstellen. En dat het heel gevaarlijk is om daar in eigenwijsheid en onbekeerlijkheid in te verharden, omdat er voor zonden zonder berouw en bekering geen vergeving is.

Maar aan de andere kant mag je als het mis is gegaan, altijd weer de toevlucht nemen tot die grote verbondsvernieuwer uit het nieuwe testament, die in zijn eigen taal ook Jozua heet, Jezus. Hij wil ons de zonden vergeven. Hij wil ons weer bevrijden van de machten, waaraan we ons uitgeleverd hebben. Hij, de grote dienaar van God en de mensen, kan en wil jullie alles schenken wat nodig is om de Here te dienen, met je huis. Neem Hem maar mee je huwelijk in. Hij is de beste huisvriend die je kunt hebben. Veel huizen zijn egyptische diensthuizen, waarin mensen gebukt gaan onder de slavernij van de moderne afgoden. Maar Jezus kan er diensthuizen van de Here van maken. Moge jullie huis dat ook worden. Amen.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4