Exodus 33 : 14 en 15
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Gods aangezicht
Statenvertaling: Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen? Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!
Nieuwe Vertaling: Toen zeide Hij: Moet Ik zelf medegaan om u gerust te stellen? En hij zeide tot Hem: Indien Gij zelf niet medegaat, doe ons van hier niet optrekken.
't Is net of op de feestdagen aan 't eind van ‘t jaar ‘t leven even stil staat. We houden een pauze op de levensreis. Maar daarna gaat die reis weer verder. We trekken een nieuw jaar in, eigenlijk wel benieuwd naar wat we op die route tegen zullen komen. ‘t Is te vergelijken met ‘t volk Israël, dat na alle gebeurtenissen rond de berg Sinaï ook weer ‘t bevel kreeg om verder te trekken door de woestijn. "Ga, trek op van hier, gij en het volk", zei God, "maar Ik zal niet in uw midden optrekken, want gij zijt een hardnekkig volk." Men had immers rond het gouden kalf gedanst.
Stel je voor: we trekken het nieuwe jaar door zonder God. In deze verwarde en onrustige wereld, waarin zoveel verschrikkelijke dingen kunnen gebeuren. We hebben het net zo zeer verdiend als de Israëlieten. Ook wij dansen rond gouden kalveren, wat wil zeggen, dat we ons in beslag laten nemen door allerlei aardse zaken: rijkdom, macht, genot, maar intussen de Here vergeten. Als God meegaat, zal Hij door onze schuld zo gauw toornig moeten worden en wat dan? "opdat Ik u onderweg niet vertere", zegt God tot Israël. Beseffen we wat dit betekent? Ook voor ons? Israël kwam daardoor tot berouw. ‘t Vroeg Mozes om bij God te pleiten of Hij toch mee wilde gaan. Als een waar middelaar kwijt Mozes zich goed van zijn taak. En geleidelijk laat de Here zich 'ompraten'. En zo wil Hij ook door ons 'omgebeden' worden. Hij wil ‘t ook uit ons hart en onze mond horen: Indien Uw aangezicht niet meegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! Kennen we dit smeekgebed? En bidden wij daarbij in de naam van de grote Middelaar, Jezus Christus? Er is immers geen betere pleitgrond. Hij heeft Gods toorn over onze zonden gestild aan het kruis van Golgotha. Ziende op Jezus mogen we er op vertrouwen, dat God zich ook wat ons betreft laat verbidden en Zijn aangezicht met ons meegaat in het nieuwe jaar om ons gerust te stellen.
Met Gods aangezicht is natuurlijk God zelf bedoeld. Want ‘t gezicht is ‘t meest bepalende en kenmerkende van een persoon. De nieuwe vertaling heeft dan ook: Moet Ik zelf meegaan? Toch ben ik blij, dat in de statenvertaling dat woord 'aangezicht' niet is verdwenen. Want dat vertelt zo beeldend hoe God meegaat. Dat aangezicht heeft ogen, die naar ons omzien, die over ons waken, die ons barmhartig en liefdevol aankijken, maar waarin ook wel verdriet en boosheid te lezen valt. Ogen, die ons zo troosten én waarschuwen, wanneer dat nodig is. Dat aangezicht heeft oren, die ons horen, wanneer we tot Hem bidden, tot Zijn eer zingen, ons geloof in Hem belijden. Maar zij horen ons ook, wanneer wij dingen zeggen, die niet waar zijn of die de onderlinge band en liefde verstoren. Dat aangezicht heeft een mond, waarmee de Here tot ons spreekt. Telkens weer laat Hij ons Zijn reddend Woord verkondigen. Hij spreekt gewis tot elk, die voor Hem leeft, zijn gunstgenoot, van blijde troost en vreê, mits hij niet weer op 't spoor der dwaasheid treê.
Is het niet heerlijk als Gods aangezicht meegaat het nieuwe jaar in? Het is niet alleen heerlijk. Het is noodzakelijk. We kunnen niet zonder. En de ware gelovigen weten dat. Ze kunnen en durven niet verder zonder God. Indien Uw aangezicht niet meegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! Temeer daar zij God als ‘t ware al in ‘t aangezicht hebben mogen zien en ze ten volle hebben mogen ontdekken wie Hij is. Door de verschijning van Zijn Zoon Jezus Christus. In zijn leven, lijden, sterven, opstaan en ten hemel gaan heeft de Here ons zijn ware gezicht laten zien. En als we Hem door Jezus echt hebben leren kennen, willen we niet langer meer zonder Hem leven, ook niet in 2004. "Here, uw aangezicht gaat toch mee?" Ja! Toen zei de Here tot Mozes: Ook deze zaak, waarover gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade in mjn ogen gevonden hebt. Dus over de ogen in Gods aangezicht gesproken! Daar vinden we genade in. Ook in het nieuwe jaar. Wat een geruststelling.