Handelingen 2 : 42
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Volharden in de gemeenschap
Een christelijke gemeente is een gemeenschap. Je leest het al van de eerste gemeente, die op het Pinksterfeest ontstond. En zij waren volhardende in de leer der apostelen, het breken van het brood, de gebeden, maar ook in de gemeenschap. Nu heb je daarvoor twee dingen nodig. Eerst andere mensen. Een gemeenschap vorm je niet in je eentje, maar met elkaar. Maar er moet ook iets zijn, wat je gemeenschappelijk hebt. Want je kunt met een massa mensen bijeen zijn, bijvoorbeeld in een drukke winkelstraat, en toch geen gemeenschap vormen, omdat er niets is, waarin je je met elkaar verbonden weet.
En in de christelijke gemeente hebben we Christus gemeenschappelijk. Hij is het heerlijke geheim, dat ons samenbindt. Waardoor ontstond de eerste gemeente? Doordat mensen uit de mond van Petrus het evangelie van Christus hoorden, er diep door getroffen werden en het aannamen. En doordat mensen gedoopt werden in de naam van Jezus Christus, ondergedompeld werden in zijn heilzame macht en invloedssfeer. We vormen als christenen een gemeenschap omdat we in gemeenschap van goederen leven, de heilsgoederen van de Here Jezus: vergeving van de zonden, bekering en vernieuwing van ons bestaan, eeuwig leven. Jezus bindt ons samen. Ervaren we 't zo?
We belijden met de twaalf artikelen: ik geloof de gemeenschap der heiligen. Maar dat is slechts de halve vertaling van wat er in het latijn staat: communio sanctorum. Wat betekent zowel gemeenschap aan heilige zaken als gemeenschap met heilige mensen. De Catechismus maakt dat ook duidelijk. Wat verstaat gij onder de gemeenschap der heiligen? Ten eerste, dat de gelovigen, alien tezamen en ieder persoonlijk, als lidmaten aan de Here Christus en al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben. Ten tweede, dat elk zich schuldig moet weten, zijn gaven tot nut en zaligheid van de andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden. Het een en het ander.
Een gemeente is meer dan een toevallig publiek, dat zondags een gehoorzaal vult om een vrome lezing aan te horen en verder niets met elkaar van doen heeft. Een gemeente is ook meer dan een sociëteit of een gezelligheidsvereniging. En aan beide aspecten moet gewerkt worden. Aan de band met Christus en die met elkaar.
En zij waren volhardende in de gemeenschap. Ze maakten de onderlinge band dus zichtbaar en voelbaar. Er was gezelligheid, warmte, blijdschap, openhartigheid onder elkaar. Men at, zong, bad met elkaar. Men lachte en huilde met elkaar. Men hielp elkaar in de nood. Er was eendracht. Ja, zegt u misschien, dat kan wel in een kleine kerk. Maar in zo 'n grote volkskerk als de hervormde niet. Dan ben je met veel te veel en leef je onherroepelijk minder intensief met elkaar mee. Dan gaat het er wat kouder en afstandelijker toe. Maar wat lazen we? En er werden op die dag tot hen, de 120, toegevoegd omtrent 3000 zielen. Waar een wil tot hechte gemeenschap is, is een weg. Daar is het grote aantal geen belemmering. Daar vindt men mogelijkheden om elkaar als broeders en zusters liefde en hulp te geven. Misschien via andere vormen: kleinere huisgemeenschappen in dezelfde buurt of straat. Brak men ook niet het brood van huis tot huis?
Nu lezen we van de eerste gemeente ook nog, dat ze volhardde in deze gemeenschap. Niet alleen het werkwoord zelf maar ook de werkwoordsvorm in het Grieks wijst daarop: zij waren volhardende. 't Was geen opwelling, geen bevlieging, geen strovuur, dat even hoog oplaait maar net zo vlug weer uitdooft. Waaruit blijkt, dat het geen mensenwerk was maar werk van de Pinkstergeest. Want de Here Jezus heeft niet beloofd, dat de Geest heel even op visite komt, maar dat Hij bij ons blijven en in ons wonen zal. Ook God de Geest laat niet varen het werk dat zijn hand begon. Met Hollandse nuchterheid zeggen we soms van iets nieuws en veelbelovends: laat het maar eens overwinteren. Ook Gamaliël gaf die raad aan zijn collega's die de christenen wilden doden: laat ze maar begaan. Als dit werk uit mensen is, zal het gebroken worden, maar indien het uit God is, kunt ge het niet breken. Moge onze gemeenschap geen werk van mensen zijn, maar gave van de Geest. Dan zullen we volharden en kan niets en niemand ons uit elkaar trekken.
Rapporteer
My comments