De website van Arie Tromp

  • Het laatst gehouden te: Ouderkerk aan den IJssel
  • op: 26 september 2021
Jesaja 25 : 6 viering van het Heilig Avondmaal
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Viering van het Heilig Avondmaal

Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan.

Gemeente des Heren,

Het gebeurde in een gemeente, die ik mocht dienen. Een moeder gaat aan het Heilig Avondmaal. Ze loopt weer terug naar de kerkbank, waar haar kinderen zitten. En dan vraagt de jongste hardop: was 't lekker, mamma? Een kinderlijke reactie. Waarom we glimlachen. Het gaat bij het Avondmaal natuurlijk om veel méér dan het stukje brood en het slokje wijn. Dat zijn maar tekenen van veel héérlijker zaken, gééstelijke zaken. Van een liefde die niet door de máág gaat, maar door het hárt. Het zijn de door de Here Jezus zélf aangeboden symbolen van de vergeving van de zonden en het eeuwig leven. Bij het avondmaal zijn onze gedachten dus bij Jézus! Wie denkt er dan aan of het lekker is of niet? Niemand. Alleen een kind, dat nog niet weet waar het over gaat.

En tóch zit dat kind er níet ver naast. Ik weet niet wat haar moeder als antwoord gaf, want dat deed ze niet hardop, maar ze had gerust mogen zeggen: het was héérlijk! Want de bijbel spreekt met dezélfde kinderlijke eenvoud over het geredde leven, dat God ons in zijn grote toekomst wil geven.

Óns denken en spreken over die toekomst wordt al gauw heel geestelijk en daardoor kleurloos, abstract, nietszeggend. Maar de bijbel durft er concrete, aardse, ja smákelijke beelden voor te gebruiken. Zonder problemen wordt het geluk, dat God uit liefde aan falende mensen wil geven, beschreven als een overvloedig en uitbundig fééstmaal. Een koninklijk banket. Een bruiloftsdiner. Waaraan we van alle mogelijke kostelijkheden genieten.

En het Heilig Avondmaal is daar een lekker smakend voorproefje van. Al proevend mogen we dromen van de grote Toekomst, van Gods vrederijk, als alle strijd gestreden is, alle leed geleden is, alle kwaad verdwenen is, als alle vreugde en geluk ons gegeven is. Jesaja droomde er ook al van. En in zijn dromen, zijn vol hoop en verwachting vooruitzien daarnaar, zag hij ook een overvloedig feestmaal voor zich. Hij zag, met eerbied gesproken, een tafel vol eten en drinken om van te watertanden. Op deze berg richt de Heer van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan: uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen.

Heilig Avondmaal De Héér doet dat. Wie is dus de gastheer? Ja, wie heeft de tafel zelf klaar gemaakt? Wie heeft er lang voor in de keuken gestaan? De Here. Jahwe. Dat is de naam van de God van Israël, die van zijn verbond, zijn bijzondere pact, zijn verdrag met dat volk vertelt, dus van zijn vriendschap met en trouw aan ons mensen. Hij zélf heeft de maaltijd, waarmee dat verbond wordt gevierd en onderstreept, voor ons klaar gemaakt. De God, die er voor ons zijn zal, steeds weer. De God, die waar zal maken, wat Hij ons beloofde. De God, die niet laat varen het werk wat zijn hand begon. De God, die ieder die het van Hem verwacht, nooit teleur stelt. De God, die in Jezus Christus zijn verbond heeft bevestigd, verzegeld, versterkt, niet te verbreken heeft verklaard.

En Hij is ook de God van de hemelse machten. Die dus heerschappij heeft over álle machten. Hemelse en daarmee helemáál aardse. De God, tegen wie uiteindelijk niets en niemand bestand is. De God, voor wie de aardse legers niet meer zijn dan mierenhopen. En daarom kómt het ervan. Dat heerlijke feestmaal dat Hij voor zijn onderdanen wil aanrichten. We hoeven er niet aan te twijfelen. Zijn heilige Naam staat er garant voor. Heer van de hemelse machten. Hij wíl het in zijn verbondstrouw, want Hij is de Heer. Hij kán het in zijn almacht, want Hij is de Heer van de hemelse machten, de Here der heerscharen Zijn toekomst is zeker.

Er is nog veel kwaad en onrecht op deze wereld. Er wordt nog veel geleden. Door verdrukte minderheden, vervolgde christenen, voor wie voor geweld en honger op de vlucht zijn. Door lijders aan lichamelijke en psychische ziektes. Er zijn nog allerlei zaken, die ons willen doen geloven, dat er nooit en te nimmer iets van dat Koninkrijk van God terecht zal komen. Maar we laten er ons niet door van de wijs brengen. We geloven en hopen over dat alles heen, dat de Heer van de hemelse machten het voor elkaar zal krijgen om zijn feestmaaltijd voor alle volken aan te richten. En dat gaan we straks aan het Avondmaal belijden en vieren.

En waar zal dat koninklijk feestmaal dan worden gehouden? Op deze berg, zegt Jesaja. En blijkens het verband bedoelt hij er de berg Sion mee. Sion is een woord met een magische klank. Bij het horen van dat woord springt het hart van elke rechtgeaarde jood en christen op. Want Sion is hun wachtwoord. Heel letterlijk. Het woord waar al hun verwachtingen van geluk aan zijn gekoppeld. Sion is de plaats, waar God onder mensen is gaan wonen. Bij Sion vonden ook de grote verlossende daden plaats, waaraan we aan de tafel van de Here denken: het verzoenend sterven en reddend opstaan van de Here Jezus Christus. Sion speelt ook een grote rol in de visioenen van de eindtijd. Johannes ziet op Patmos het Lam op de berg Sion staan en met Hem 144.000 mensen met de naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven. En daarom wijst Jesaja Sion heel concreet aan: op déze berg.

En dat heeft iets exclusiefs. Dáár alleen zal het zalig feestmaal zijn. Op Sion alleen. Bij het Lam alleen. Bij Sions koning alleen. Dus bij Jezus alleen. Er zijn veel politieke stromingen. Er zijn veel wereldbeschouwingen en levensovertuigingen. Ze kunnen soms flink met elkaar botsen, zoals soms in Nederland de moderne liberale en geseculariseerde geest van de doorsnee Nederlander fel botst met de in hun ogen achterlijke en gewelddadige islam van veel allochtonen. En alle levensovertuigingen beloven veel goeds, koeien met gouden horens. Allemaal hebben ze hun utopieën, dromen ze hun dromen over een geweldige toekomst. En ze wijzen zichzelf aan als de weg waarlangs die dromen in vervulling gaan. Soms is het zelfs de weg van geweld, van de djihad. Maar ze worden niet waar zolang het wensen en dromen zijn buiten de God van Israël om, buiten Sion om, buiten de vergeving en verzoening door de Here Jezus om, buiten bekering om en geloof in Hem.

Hebben wij al geleerd dat alle menselijke wegen naar een rijk van vrede en heil doodlopen? Dat we alleen maar bij de Here Jézus terecht kunnen? Hebben we geleerd om door alle fraaie beschrijvingen van feestmalen, die aardse instellingen ons geven, heen te prikken en blijft er voor ons maar één feestmaal over om van te dromen? Dat van Jezus' Koninkrijk? En drijft ons dat naar het Avondmaal, omdat dát een vóórproefje van dat feestmaal is? Maar onze tekst heeft ook iets inclusiefs. Want het wordt een feestmaal voor álle volken. Christus spreidt zijn doorboorde en zegenende handen uit over de héle wereld. Overal wil Hij vergevend, genezend, heilbrengend werken met zijn evangelie. Eens zal de eer en heerlijkheid van alle volken het nieuwe Jeruzalem, het nieuwe Sion, worden binnengebracht.

Ook dáár zien we rond de tafel van de Heer blij naar uit. Het Avondmaal vieren is geen eng en besloten gebeuren. We hebben ook dan de héle wereld in ‘t vizier, alle volken. Ze zullen van alle einden der aarde komen. En als het voor alle volken is, zo ruim, dan is het toch ook voor u, als u oprecht verlangt om door de tekenen bemoedigd te worden in uw geloof in de vergeving en in uw hoop op dat heerlijk heil?

En wat voor een feestmaal gaat het worden! Een van uitgelezen gerechten en belegen wijnen. Dus het beste van het beste. Waar alleen maar een heel rijke en machtige koning voor kan zorgen. Want het is in de eerste plaats geen goedkoop voedsel, dat op de hemelse tafel staat. Het is vlees van dieren, die te voren speciaal voor de slacht zijn vet gemest en een tijd het allerbeste voer hebben gehad. Want al klinkt het in onze oren vreemd, vroeger in Israël gold: hoe vetter, hoe kostbaarder en lekkerder. Moest ook het vet van de offerdieren niet als het beste deel aan God worden geofferd? En er komt ook dure wijn op tafel. Wijn, waaraan alle zorg is besteed, die lang is gegist en gerijpt en daarna zorgvuldig is gezuiverd. Kostbare, pittige wijn. God geeft zijn kinderen dus heerlijkheid en overvloed. Wat Hij voor de zijnen aan het bereiden is, dat kán gewoon niet duurder en beter. De hemelse heerlijkheid zal onvoorstelbaar rijk en fijn wezen. In deze geweldige beelden van Jesaja wordt het ons beschreven, wordt het ons al voorgeschoteld.

Het is echter niet alleen een erg luxuéuze, maar ook een erg vóedzame maaltijd. Die een verzwakt lichaam weer kracht teruggeeft. Vette spijzen en krachtige wijnen zijn de tekenen van het onverwoestbare leven, dat we bij de Here zullen kennen. Ons leven bij de Here zal dan niet meer bedreigd wezen, niet meer wegkwijnen. Zwakte, ziekte, pijn, ja zelfs de dood zal er niet meer zijn. Jesaja vertelt daar verder ook van. Op deze berg vernietigt Hij het waas, dat alle volken het zicht beneemt, de sluier waarmee alle volken omhuld zijn. De om het hoofd gewikkelde rouwdoeken, waarmee het gezicht bij droefheid wordt bedekt, zal de Here wegnemen. Hij zal voor eeuwig de dood te niet doen, en de tranen van elk gezicht wissen. Gods voedsel zal het eeuwig leven onderhouden en de dood voor altijd verjagen.

En in de derde plaats gaat het hier om voedsel, dat blij maakt. Het is duidelijk een feestmaal. Het zijn gerechten om van te genieten en wijnen om verheugd door te worden. Bij U te wonen, Heer, is goed. Met spijs en drank in overvloed wilt Gij ons hart verblijden. En dat zijn allemaal zaken, waar aan het Heilig Avondmaal al iets van beleefd mag worden. Daar geeft de Here ons de kostbaarheden van zijn vergeving en zijn overvloedig heil. Daar geeft de Here ons de versterkende middelen om in dit zware en door de dood bedreigde leven verder te kunnen en er verzekerd van te zijn, dat bij Jezus het leven te vinden is, dat door de dood niet zal worden teniet gedaan. Daar geeft de Here ons soms diepe en rijke vreugde te ervaren, als we ons dicht bij Hem en dicht bij elkaar weten. Was het lekker, mamma? Ja, heerlijk!

De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan,
van spijs en merg, van uitgelezen wijnen;
van heind' en ver zal men aan tafel gaan,
de Heer is gul en goed voor al de zijnen.

Gezuiverd en belegen is de wijn,
zo rood als bloed, gerijpt tot heil en zegen;
op deze berg zal 't feestlijk toeven zijn,
hier leidt de Heer ons heen langs alle wegen.

En als Hij ons zó leidt, leidt Hij ons ook naar de tafel, die straks gereed staat. Amen.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4