2 Korinthe 5 : 17
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Een nieuwe schepping
over vakantie en recreatie
Gemeente des Heren,
Het is hartje zomer. En dat is de tijd van de vakanties. U bent misschien al op vakantie geweest of gaan binnenkort. En als u zelf niet meer op vakantie gaat, doen uw kinderen en kleinkinderen dat wel. De massa gaat zich ontspannen. Varend op het water, zonnend op het strand, fietsend door de bossen, wandelend in de bergen. De een vertrekt met een tent of caravan, de tweede heeft een huisje gehuurd, de derde zit in een hotel. Iedereen zoekt zijn eigen ontspanning. Want waar de een niks aan vindt, dat vindt de ander geweldig. Je hebt echte watersportliefhebbers. Je hebt mensen die graag musea en steden bezoeken. Of het liefst over markten en door winkelcentra slenteren. Je hebt er die de stilte opzoeken, diep in de wouden of hoog in de bergen. De een is extra sportief: met wandelen, fietsen, surfen. De ander luiert juist. De een leest geen letter, omdat hij vakantie heeft. De ander verslindt dan juist dikke spannende romans. Maar daar is het ook vakantie voor, om te doen wat je fijn vindt.
Voor dat alles is een fraai woord. Recreatie. We hebben het over recreatiegebieden, recreatieparken, recreatiestranden. We hebben het over dagrecreatie. Over het aantal recreanten dat jaarlijks de dierentuin bezoekt, over recreanten die voor lange files op de wegen zorgen. Zo gaat de massa recreëren.
Recreatie. Ik vind het er eigenlijk niet zo'n mooi woord voor. Beter gezegd: ik vind het woord te mooi om het voor een paar weken vakantieplezier te gebruiken. Want wat betekent het letterlijk? Herschepping. Nieuwe schepping. En dat is nogal wat. Zijn we 's zomers bezig ons zelf tot heel nieuwe mensen om te vormen? Komen we als herboren uit de vakantie tevoorschijn? En kunnen we dan zeggen: ik kan nu een nieuw leven beginnen?
Misschien hebben velen wel zulke hoge verwachtingen van een vakantie. Ze zeggen: we leefden op ons werk zo in een sleur. We deden alles zo zonder interesse en enthousiasme. Of: we hebben er ons in een hoekje laten drukken door collega's. We hadden niet meer de moed om terug te vechten. Of: we maakten er nogal wat fouten. En we hadden wat meer kunnen presteren. We hadden op school beter ons best kunnen doen. Dan had het rapport er beter uitgezien. Of de laatste tijd was het werk ons de baas in plaats van omgekeerd. We maakten veel overuren. We renden van het ene agendapunt naar het andere. We namen de kopzorgen, die we op ons werk hadden, ook mee naar huis.
Maar nu gaan we er een paar weken tussen uit en daarna wordt alles anders. Dan beginnen we helemaal opnieuw. Als herboren mensen. Enthousiast. Zonder sleur. Met meer inzet. Of: daarna laten we ons niet meer zo door het werk in beslag nemen, zodat we overspannen dreigen te worden.
Maar hoe gaat dat? We vallen algauw terug in het oude patroon. O, de vakantie deed ons heus wel goed. Het was goed om even afstand te nemen en tot rust te komen. Het was goed om lichamelijk nieuwe krachten en geestelijk nieuwe reserves op te bouwen. Maar dat we echt herschapen zijn na een vakantie? Dat we helemaal een ander mens zijn geworden? Dat kunnen we niet zeggen. Recreatie, herschepping. Een mooi woord, maar te mooi. Het suggereert veel, maar dat komt niet uit.
Eigenlijk is er maar één soort recreatie, die die naam echt waard is. Dat is Gods recreatie. Gods herscheppend werk door de Here Jezus Christus. Dat schrijft Paulus: Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Wij zeggen wel, dat wij aan recreatie doen. Maar dat is onzin. Want wij mensen scheppen niet en herscheppen ook niet, en helemaal niet ons zelf. Dat kan God, onze Schepper en onze Verlosser, alleen en wij zijn daarbij passief. Het overkomt ons als een geschenk, een wonder. Denk eens aan een baby, een jong, nieuw schepseltje, klein, teer, zich nog niet van iets bewust. Zo zijn we allemaal begonnen. We schiepen zelf niet, we werden geschapen. We baarden ons zelf niet, we werden geboren. We gaven ons zelf niet het leven, we kregen het. Het overkwam ons. Het was het werk van de Here.
En zo is het ook bij de herschepping. Ons een nieuw leven geven, dat doet alleen de Here. Wij zelf niet. Een ander niet. Alleen Hij. En dat doet de Here alleen, daar dragen wij zelf niets aan bij. We kunnen ons leven een beetje veranderen, een beetje verbeteren. Een beetje. En dat soms alleen maar met langdurige psychotherapie. We kunnen er na een vakantie een beetje beter uitzien, wat nieuwe kracht en moed hebben opgedaan. Maar dat is toch niet meer dan morrelen in de marge. We blijven dezelfde. We worden pas echt herschapen door God.
En daarom: Zoek Hem op. Verwacht alles van Hem. Oud en jong. 's Zomers en alle andere seizoenen. In de vakantie en daarbuiten. We kunnen het zó druk hebben met recreëren, dat er voor God en zijn recreërend, herscheppend, werk geen plaats is. Als we op vakantie gaan, gaat ons geloof soms ook op vakantie en dat is niet goed. Denk niet dat je je zelf nieuw leven in kan blazen. Denk niet dat je zelf van je zelf een ander mens kan maken. Dit alles is het werk van God. We zijn op Hem aangewezen. Zullen we dat nooit vergeten?
Maar hoe doet God dan zijn herscheppend werk? Door Jezus. Daarom ook is iemand die één met Christus is, of, zoals andere vertalingen zeggen, iemand die in Christus is, een nieuwe schepping.
En dan denken we vreemd genoeg allereerst aan de dood van Christus. Zijn dood schenkt ons dat nieuwe leven. Hij, die éne mens is voor alle mensen gestorven aan het kruis van Golgotha. Want Hem, die ene mens, werden alle overtredingen van de wereld aangerekend. In Hem, die ene mens, is ons oude leven, dat door het kwaad Gods oordeel had opgewekt, als straf vernietigd. Hij, die ene mens, heeft zo vrede gegeven tussen God en mens. Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend.
Maar we denken ook aan zijn opstanding. Hij, die ene mens, stond op uit de dood als eerste van allemaal. Hij, die ene mens, zorgde zo voor de doorbraak naar de nieuwe tijd. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Door Hem, die ene mens, kunnen wij ook opstaan tot nieuwe mensen, mensen van Gods nieuwe tijd, mensen van de eeuwigheid. Dus slechts door één te zijn met Christus kunnen we een nieuwe schepping worden.
Allerlei bedrijven uit de recreatiewereld maken reclame. Ze proberen ons te overtuigen: breng in ons bungalowpark uw vakantie door. Boek een reis bij ons reisbureau. Reserveer in ons hotel. De toeristenbureaus wekken ons op: kom naar onze streek. Er is daar allerlei te doen en te beleven. Maar Paulus, vervuld van ontzag voor de Heer, probeerde ook iedereen te overtuigen. Alleen aangaande heel wat anders. Geloof met mij in de Here Jézus. Het is ook de liefde van Chrístus, die hem daar toe drijft. Aan Paulus is de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Hij is afgezant van Christus en God doet door hem zijn oproep: laat u met mij verzoenen. Want zo alleen kunnen we een nieuwe schepping worden. Door gelovend verbonden te raken met de verzoenende dood en herscheppende opstanding van Jezus Christus.
En daarom klinkt ook nog in de vakantie de dringende oproep: Laat u met God verzoenen door Jezus. Zoek bij Jezus uw echte recreatie, uw ware herschepping. Geloof het: we hebben onze recreatie niet vóór ons, maar al achter ons. Want Jezus heeft zijn werk volbracht. We zijn, zegt Paulus in de Kolossenzenbrief, met Christus gestorven en met Hem opgewekt. We hebben door Hem de oude mens afgelegd en de nieuwe mens aangedaan.
En dat wordt ons niet alleen aangezegd en toegezegd in de preek. Dat wordt ons ook heel plastisch voor ogen gesteld bij de doop. Vooral de doop door onderdompeling. Het oude schepsel verdwijnt onder water. Het nieuwe rijst op uit het water. De zondaar sterft. De gereinigde staat op. De vijand van God sterft, het kind van God staat op. De slaaf van allerlei kwade machten sterft. De vrijwillige dienaar van Christus staat op. Over recreatie gesproken! Een heerlijke verfrissende duik in zee doet je goed. Daar word je een ander mens van, zeggen we dan. Maar deze onderdompeling in het water van de doop spant de kroon. Daar word je werkelijk, tot in het diepst van je hart een ander mens van. Inderdaad, daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping.
Gaat dat vanzelf? Hoef je er niets voor te doen? Of moet je er wel wat voor doen en wat dan? Sommigen recreëren door heel passief te zijn, te rusten, te luieren, niets te doen. Anderen door juist heel actief te zijn, met sportieve bezigheden. Maar de beste recreatie vindt, denk ik, plaats als je beide afwisselt en combineert. Hoe zit dat bij Gods recreatie? Die heeft ook een passieve en actieve kant. En die worden allebei aangeduid met de term, die bij Paulus ontelbare malen voorkomt: de term "in Christus". Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping.
Veel mensen gaan voor hun recreatie naar het zuiden. Om het gunstiger klimaat. Ze ontvluchten ons koude natte kikkerlandje en zoeken de zon en de warmte op. Daar recreëren ze voor hun gevoel pas echt. Maar pas als we in Christus zijn, we in de invloedssfeer van Christus zijn, we in het geestelijk klimaat van Christus zijn, we ons bevinden in de weldadige warmte en het heerlijke licht van de zon, die Hij is, overkomt ons Gods recreatie, Gods herschepping. En we verkeren in dat gunstige klimaat. We zijn immers gedoopt. We zijn in Gods verbond met ons opgenomen. We zijn aan Christus verbonden. We zijn in zijn gemeente ingelijfd. De gemeenschap waarin Hij woont en werkt, te midden waarvan Hij inderdaad de zon van zijn liefde en genade volop laat schijnen. De Here zorgt er in zijn goedheid voor dat alle omstandigheden gunstig zijn om een nieuwe schepping te worden. Daar hoeven we zelf niets voor te doen. Dat zouden we ook niet kunnen, net zo min als we het klimaat in onze hand hebben. Dat is de passieve kant.
Maar aan elk verbond zitten twee kanten. Er wordt van ons ook iets actiefs gevraagd. Je gaat niet naar het zonnige zuiden om je daar te kleden zoals je hier deed, dat is geen recreatie, maar om van dat klimaat te genieten, je er helemaal voor open te stellen. Zo gaat het er om, dat we ons heel actief en bewust voor Christus open stellen, ons aan Christus toevertrouwen en overgeven. Dat we ons nauw met Hem verbinden, op Hem vertrouwend, Hem gehoorzamend. In Christus zijn betekent een hechte geloofsgemeenschap met Hem hebben. Baden in zijn liefde. Genieten in de zon van zijn goedheid. Het gesprek, de verborgen omgang met Hem gaande houden door schriftlezing, gebed, meditatie. Pas dan werkt God recreërend op ons in. Wat erg om in het gunstige klimaat van Christus en zijn gemeente te leven en toch buiten Christus te zijn vanwege ongeloof.
Alleen iemand die één met Christus is, is een nieuwe schepping, anders niet. Dat is een waarschuwing. Maar het is tot troost, dat er staat: íemand, die één met Christus is, wíe ook. Al zijn we nog jong en klein, jongens en meisjes! We zijn ook iemand, we hebben een naam en die naam is zelfs bij onze doop met de Naam van God verbonden. En daarom, als we op onze eenvoudige manier in de Here Jezus geloven, wil Hij ook ons een nieuw hart en een nieuw leven geven. En al zijn we stokoude schepselen en hebben we tot nu toe de Heiland eigenlijk steeds buiten onze deur gehouden, laat Hem binnen: het is nog niet te laat om een nieuwe schepping te worden. En al worstelen we met onze verkeerde daden, al vinden we, dat we ons leven verprutst hebben en zijn we bang dat er daarom voor ons geen redding is, juist zulke mensen maakt God graag tot nieuwe schepsels, die leven tot zijn eer. Iemand die één met Christus is, al was hij de grootste boef, is een nieuwe schepping. Al zitten we vastgeroest aan een verkeerd levenspatroon en vrezen we, dat ook een onderbreking als een vakantie, ons daar niet van los kan weken, in Christus Jezus kan een heel nieuw levenspatroon ontstaan.
Hoe gebeurt dat dan? Hoe gaat dat recreërend, herscheppend werk van God in zijn werk? Je zal daar toch ook iets van moeten merken. Jammer, als we een paar weken in een recreatiegebied hebben doorgebracht en we voelen er daarna niets van. Dat kan eigenlijk niet. En zo gaat Gods herscheppend werk ook niet aan een mens voorbij. Het laat zich zien. Ten eerste daarin, dat we de wetten en regels, die in deze oude wereld gelden, af zweren. Waarom zijn we soms zo hard aan vakantie toe? Hebben we zo'n jachtig en druk bestaan? Waarom zijn we moe en raken we niet uitgerust? Waarom zijn we prikkelbaar en overspannen? Waarom hebben we zoveel zorgen en angsten? Omdat we denken in deze wereld ons zelf waar te moeten maken, ons zelf te moeten bewijzen, op z'n minst ons zelf te moeten handhaven te midden van allerlei verwikkelingen en tegenslagen. Omdat alles om ons zelf draait, we heel egocentrisch en egoïstisch zijn. Omdat we de naaste zien als een concurrent, die ons bedreigt. De rivaal met wie we de koek van de welvaart, de macht en invloed, de eer en goede naam, moeten delen, en we graag het grootste deel in de wacht slepen. We leven voor ons zelf. We leven volgens de maatstaven van deze wereld. Letterlijk schrijft Paulus: we leven naar het vlees, een vleselijk leven.
Hij zag deze instelling ook bij een bepaalde groepering in de gemeente van Korinthe. O, ze waren heel geestelijk. Soms uitzinnig van geestelijkheid. Dan verkeerden ze in extase en spraken ze in tongentaal. Ze meenden, dat God hen ingewijd had in diepe inzichten en bijzondere ervaringen. Maar ze gingen er vleselijk en werelds mee om. Want ze showden ermee. Gingen er prat op. Ze meenden daarmee boven anderen uit te steken, ook boven Paulus. Hij was maar een mannetje van niks. Hij had de gemeente wel ooit gesticht, maar nu was hij een achterhaalde figuur, naar wie je beter niet meer kan luisteren. Waarom had Paulus gauw door, dat er onder het mom van supervrome geestelijkheid zoveel vleselijkheid en wereldgelijkvormigheid school? Omdat hij zelf ook zo was geweest! Vóór zijn bekering, toen hij een fanatieke jood en farizeeër was vol zelf gevormde vroomheid en heiligheid. Toen had hij Christus ook wel gekend, maar naar het vlees. Volgens de maatstaven van deze wereld. In blinde ijver om zichzelf voor God en de mensen te bewijzen had hij Christus en de gemeente vervolgd. Maar Paulus werd stilgezet op de weg naar Damascus. De stem klonk: Saul, Saul, wat vervolg je Mij? En zo was Paulus' oude leven dood gegaan. Hij raakte zijn oude 'ik' waar alles omheen cirkelde kwijt. En hij kreeg door Christus een nieuw leven. Hij werd in Christus een nieuwe schepping. De liefde tot zichzelf drong hem niet meer maar de liefde van Christus. Hij leefde niet meer voor eigen rekening, maar voor rekening van Christus. Hij hoefde zichzelf niet meer te bewijzen, maar mocht Christus groot maken. Hij leefde niet meer voor zichzelf, maar voor Christus. Hij leefde niet meer zelf, maar Christus leefde in en door Hem. En daardoor waren zijn medemensen geen concurrenten en rivalen meer, maar broeders en zusters in Christus. Daarom kon hij de minste wezen en had hij helemaal geen behoefte meer zichzelf aan te prijzen en zo dezelfde geestelijke strijdmethode te volgen als zijn tegenstanders in Korinthe. Daarom kon hij de naaste met nieuwe, andere ogen zien, niet meer naar het vlees, gewapend, achterdochtig, afgunstig, maar vol liefde en medelijden. Daarom heeft hij zijn eigen eergevoel, zijn eigen positie als apostel, zijn eigen goede naam die door tegenstanders door het slijk werd gehaald, ja alles als afval weggegooid. Omdat Hij Christus wilde winnen. Daarom weigert hij op een manier zoals in de wereld gebeurt met zijn tegenstanders om te gaan al zou hij oneindig veel meer reden om te pochen hebben dan zij en was hij in staat de vloer met ze aan te vegen. Daarom ziet hij vriend en vijand maar uit één gezichtshoek: als voorwerpen van de liefde van Christus aan wie het gezegd moet worden: Laat u met God verzoenen.
Kijk, zo leeft iemand die een nieuwe schepping van God is. Die is gestorven aan zichzelf, bevrijd van zichzelf. Die is verlost van alle krampachtigheid, van alle angst om te falen en weinig te betekenen, van alle drift om zichzelf waar te maken, van alle gerichtheid op zichzelf die zoveel onrust en overspanning in het leven brengt. Die leeft ontspannen en vrij. Die heeft lief te midden van de grootste haat. Die juicht in de grootste nood. Die is meer bang iets te verliezen, want die heeft alles al verloren, zijn hele leven al verloren aan Christus en een nieuw leven gevonden bij Hem. Een leven, waar hij zelf niet meer garant voor hoeft te staan omdat Christus er garant voor staat. Een leven, dat nieuw en jong is en blijft, zelfs in de hoge ouderdom, zelfs door de dood heen. Een leven, waarin erg veel krachten vrij komen om in de dienst van Gods Koninkrijk te besteden. Een leven, waarin ook steeds de rust van de volle overgave aan Christus te vinden is. Een leven, waarin men zich blij kan verliezen aan liefdevolle hulp aan de naaste, volhardend strijden tegen het onrecht, het aanhoudend in woord en daad uitdragen van de verzoening van Christus. Ik wens u een goede zomer toe. Met veel recreatie, maar boven alles wens ik u Gods recreatie toe. Zijn herschepping, door Jezus Christus. Want dat geeft rust, geeft nieuwe kracht, geeft een nieuwe geestelijke weerbaarheid, die geen enkele vakantie kan geven.
Doe onze God uw loflied horen.
Looft Hem, door wie wij zijn herboren.
Amen
Rapporteer
My comments