Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Preek voor na Pasen en rond 4 en 5 mei
Hij moet koning zijn
Gemeente des Heren,
Afgelopen week herdachten we op 4 mei de slachtoffers van de tweede wereldoorlog. Maar daarnáást dachten we eigenlijk ook aan de slachtoffers van álle oorlogen.Op 5 mei, Bevrijdingsdag, vierden we de capitulatie van de Duitsers in 1945. De vrede en vrijheid die dat gaf. Maar daarnáást dachten we eigenlijk ook aan élke bevrijding van onderdrukking. Elk neerleggen van de wapens. Elke vrede. Vanmorgen wil ik proberen deze zaken van oorlog en vrede met u vanuit de bijbel en ons geloof te bezien.
De historici zien een verband tussen de tweede en de eerste wereldoorlog. Het vredesverdrag van Versaille na de eerste was zó vernederend voor de Duitsers, dat ze revanche wilden nemen in de tweede. Maar er is een nog díeper verband. Het verband tussen álle brute machten en álle verwoestende oorlogen, waar die volken in meesleuren. Eigenlijk is elke oorlog een onderdeel van één grote wereldoorlog. Van alle tijden en plaatsen. De oorlog tussen goed en kwaad, tussen Gód en het kwaad.
Wanneer begon die oorlog? Zodra het kwaad bij ons binnenviel en wij erdoor werden bezet.
In de meidagen van 1940 viel Duitsland bij ons binnen en hield het ons 5 jaar bezet. En Amerika heeft nu vaak geen beste naam. Maar het begon toch maar met andere geallieerden de oorlog die ons van de bezettende macht bevrijdde. Wel, zodra wij door het kwaad werden bezet, stak God om zo te zeggen de grote oceaan tussen hemel en aarde over om ons te komen bevrijden. Hij zei na de zondeval tegen de slang, symbool van het kwaad: ik sticht vijandschap tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare. Het zal je kop verbrijzelen, al bijt jij hun in de hiel.
Elke oorlog is verschrikkelijk. Maar stel, dat er geen oorlogen zouden zijn, die van het kwaad bevrijden. Van onrecht, uitbuiting, marteling, moordlust, volkerenmoord. Daar moet je niet aan denken. Altijd onder zulke bezetting te moeten leven.
Wel, God moet er ook niet aan denken dat wij altijd onder de bezetting van het kwaad zouden blijven. Hij heeft het de oorlog verklaard. Dus, we zijn niet voorgoed verloren. Gods grote bevrijding is bezig. We mogen onze hoop op Hem stellen. Dat doen we toch?
Nu heeft elke oorlog, hoe wereldwijd ook gevoerd, toch hier en daar zijn bijzondere slagvelden. Wel, God koos Ísraël als zijn slagveld. Bij Israël begon God voorál zijn bevrijdende strijd. Denk er maar aan hoe Hij door Mozes dat volk bevrijdde uit de slavernij van Egypte. En in de verhalen van Israël zien we hoe mensen roepen om bevrijding van het kwaad, dankbaar leven als bevrijde mensen, maar toch ook weer vaak zelf die vijand binnenhalen en er zich door laten knechten. Dat herkennen we toch? In het groot en het klein, ook in ons eigen leven? Áls we überhaupt tegen het kwaad vechten is het met een gebroken geweertje.
Nu gaf in de tweede wereldoorlog president Roosevelt van Amerika wel het bevel tot de aanval op Hitler, maar hij liet de strijd over aan zijn generaals, met name aan Eisenhower. En Churchill vertrouwde het generaal Montgomey en zijn collega's toe.
Zo is het ook met die grote wereldoorlog tegen alle kwaad. Het bevel tot die oorlog komt van God, maar Hij stelt mensen tot leiders in de strijd aan. Mozes noemde ik al. Verder de koningen van Israël. Ze wisten zich door God aangesteld om namens hem te regeren en het kwaad als vijand te bestrijden. Psalm 110 bezingt hoe God tegen een pas geïnstalleerde koning zegt: Ik reik u de scepter van de macht. Neem plaats aan mijn rechterhand, Ik maak je vijanden tot een bank voor je voeten.
En kijk, die woorden heeft Paulus in gedachten, als hij aan de Korinthische gemeente schrijft: Want hij moet koning zijn totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd.
Wie bedoelt Paulus ermee? De Here Jezus. De koningen van Israël bakten er vaak niet veel van. Hun falende levens en die van hun onderdanen schreeuwden om de echte bevrijdende koning. En dat is de Jezus Christus. Hij die op het kerstfeest, de dag van zijn invasie, landt op het strand van deze wereld om al onze vijanden te lijf te gaan. Hij die beter dan wie ook het goede doet en het kwade bestrijdt. Die verlamden laat lopen, blinden laat zien, doven laat horen, hen zo van het kwaad in hun lijf bevrijdt. Die een tollenaar, bezet door geldzucht, bevrijdt. Die een overspelige vrouw, onder het geweld van het oordeel van anderen, bevrijdt. Die mensen, bezet door boze geesten, bevrijdt. Die mensen, onder het zware juk van de al te strenge wetten van vrome Schriftgeleerden bevrijdt. Dan bewijs je toch dat je de echte bevrijdende koning van God bent?
Maar Hij is zo natuurlijk veel te goed voor deze wereld vol kwaad. Hij wordt gevangen genomen, veroordeeld, gemarteld, gekruisigd, gedood. Allemaal typisch voor een boze bezettende macht om dat te doen. God blijft het niettemin van hem zeggen: híj moet mijn koning zijn. Als híj het niet is, wie dan wel? En als hij het niet blíjft, dan blijft de wereld voorgoed bezet gebied. En daarom wekt God hem op uit de dood. Op het Paasfeest. Daarover gaat ook dat lange hoofdstuk 1 Korinthe 15. Over de opstanding van de Here Jezus uit de dood en wat dat betekent, ook voor ons.
Dat betekent, dat Hij Gods bevrijdende koning is én blijft. Dat Hij namens God het goede blijft verspreiden en het kwade blijft bestrijden. Als de levende machtige koning op zijn troon in de hemel. Dat móet gewoon wil er nog redding voor ons zijn.
Want hij móet koning zijn totdat God alle vijanden aan zijn voeten gelegd heeft.
Wie zijn al die vijanden? In de tweede wereldoorlog was Duitsland onze vijand. Met de ideologie van het nationaalsocialisme, antisemitisme, racisme. Ook Japan was de vijand met de ideologie van het keizerlijk imperialisme. Aan welke vijanden denkt Paulus? Hij heeft het in onze tekst over alle heerschappij en elke macht en kracht. Nadat hij alle heerschappij, en elke macht en kracht vernietigd heeft. Paulus gebruikt deze woorden vaker. Soms komen er andere uitdrukkingen bij. Zoals óverheden: alles wat bóven ons gesteld is. Of Hij heeft het over de heersers van de duisternis. Over de kwade geesten in de hemelsferen. We hebben vergelijkbare uitdrukkingen. Soms hebben we het immers over wat ons dreigend boven het hoofd hangt, of er in de lucht zit. Het geestelijk klimaat, waarin we ademen. Bijvoorbeeld: het individualisme zit in de lucht: puur uitgaan van de eigen persoon. Het hedonisme zit in de lucht: puur genieten van wat deze moderne wereld biedt. Ook zit de zinloosheid in de lucht: volgens de massa is er geen God en geen leven na de dood, maar wat is dan de zin en bedoeling van dit bestaan? Dat zijn toch vijanden van het goede?
Feest van Christus Koning
Het feest van Christus, Koning van het Heelal (Dominus Noster Iesus Christus Universorum Rex in het Latijn) of kortweg Christus Koning is een hoogfeest binnen de Katholieke Kerk dat eind november gevierd wordt, op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De daarop volgende zondag is het begin van de advent, het begin van het nieuwe kerkelijk jaar.Het feest werd in 1925 ingesteld door paus Pius XI naar aanleiding van de 1600-jarige viering van het Concilie van Nicaea om tegen het laïcisme en atheïsme nadruk te leggen op de allesomvattende betekenis van het koningschap van Christus over de mens en de wereld. Pius XI wijdde de encycliek Quas Primas aan dit feest dat telkens het kerkelijk jaar afsluit. Christus Koning is een van de vele verschillende titels van Jezus Christus.
In onze tekst staan alleen de woorden: heerschappij, macht en kracht. Dat gaan we wat uitwerken.
Eerst het woord heerschappij. In het Grieks staat een woord dat niet alleen heerschappij, macht, betekent, maar ook begín. Paulus denkt aan beginselén, die heersen. Principes. Uitgangspunten. Wereldbeschouwingen. Inderdaad: ideologieën. Allesomvattende Grote Verhalen, zoals ze door moderne filosofen worden genoemd. Zo kreeg de ideologie van het nationaalsocialisme de macht in Duitsland. Met het racisme dat het Arische ras, de supermens, de Übermensch, oplevert en het joodse ras als minderwaardig ziet, niet waard om ruimte op aarde in te nemen. Wat was dat toen een vreselijke vijand van God, van koning Christus en van de mensheid. Maar er zijn meer van zulke gevaarlijke ideologieën te noemen. Ik denk aan het communisme. Ook dat heeft geheerst. De internationale arbeidersbeweging. De dictatuur van het proletariaat. Alles in handen van de staat. De oppermacht van één partij. Met de onderdrukking van mensen die anders denken en geloven. Het was een bedreiging in de tijd van de koude oorlog. Het heeft veel mensen hun vrijheid ontnomen, in kampen gezet, de Goelagarchipel, gedood. Het was ook een vijand van God, Christus en de mensheid. Cuba en Noord-Korea bewijzen dat de rol van het communisme wel zwak is geworden maar nog niet uitgespeeld
Ik denk ook aan de ideologie van de apartheid in Zuid-Afrika. Een leer die nota bene bijbelteksten gebruikte om zich op te baseren. Wat heeft die voor veel onderdrukking, verbittering, strijd gezorgd. Veel doden, martelingen, angst, armoede. Het was een vijand van God, Christus en de mensheid.
Zo’n ideologie met heel gevaarlijke trekken is nu het islamitisch extremisme. Het fanatieke streven om de leer van de islam in de strengste zin aan iedereen op te leggen. Het fanatieke bestrijden van alles wat in de ogen van die extremisten met het heidense goddeloze westen te maken heeft. Waarbij geweld, zelfmoordaanslagen, terrorisme niet worden geschuwd. Denk aan 11 september 2001.
Maar laten we er de ogen níet voor sluiten, dat wij nu ook midden in Grote Verhalen leven, die kwade kanten hebben. Ik denk aan het kapitalisme dat zoveel macht heeft op onze aardbol. Het brengt ons veel welvaart, maar zorgt ook voor een steeds grotere kloof tussen rijk en arm en aantasting van het milieu. Ik zie ook een nieuw soort negatief nationalisme groeien, in Rusland onder Poetin, in Polen, Hongarije, bij sommigen rechtse kracht in de Europese unie. En toch, ondanks dat alles, is Jezus koning en legt God al deze vijanden aan zijn voeten. Dwars tegen alle ideologieën en grote verhalen van deze wereld in, is dit het grote verhaal van God. Het grote verhaal van zijn bevrijdend werk, eerst in Israël, dan aan de hele wereld. Het grote verhaal van de menswording, het leven, de dood, de opstanding, de hemelvaart en eens de terugkomst van onze grote bevrijder Jezus Christus. Het grote verhaal van een kerk, die, geleid door Gods Woord en Geest, de kant van Christus kiest vóór het goede en tegen het kwade. Andere ideologieën, grote verhalen, komen en gaan. Maar dit Grote Verhaal van God zal steeds worden doorverteld op aarde, mensen inspireren, bevrijden, echte vrede geven. U maakt toch ook deel uit van dit Grote Verhaal? Vertelt dat verhaal toch met uw mond en uw daden?
Welke vijand noemt Paulus nog meer? Macht. Nadat hij alle heerschappij en elke macht vernietigd heeft.
Hier staat in het Grieks een woord dat zoveel betekent als volmacht, zeggenschap, beschikkingsrecht. Toen de Duitsers ons bezet hielden hadden ze alle macht. Dat was niet overal even duidelijk te merken. Sommige plaatsen hebben zwaar onder de oorlog geleden, andere niet. Maar men leefde wel allemaal onder de drúk en met de ángst van de bezetting. Zo zijn er vijandige machten die niet altijd actief zijn, maar we leven wel steeds onder hun druk en dreiging. En ze maken ons wel bang.
Vlak na onze tekst schrijft Paulus: de laatste vijand die vernietigd wordt is de dood. Ja, die is zo’n macht. Soms heeft hij zich teruggetrokken. Hij treft anderen, niet ons. Maar altijd is er wel zijn dreiging. En ineens slaat hij toe. Hij ontneemt ons een geliefde, of we zijn zelf aan de beurt. Zo deelt deze macht telkens weer rake klappen uit. Nu overal massaal door de pandemie van het coronavirus.
Zo’n macht is ook de ziekte in al zijn vormen. De een is vaak ziek, de ander bijna nooit. Niettemin vormt ziekte een voortdurende bedreiging. Overal ligt de kanker op de loer. Ziek makende bacteriën raken resistent tegen antibiotica. Virussen razen de wereld door.
Verder denk ik aan natuurrampen. Dan hier, dan daar slaan ze toe. Aardbevingen, overstromingen, droogte.
En toch is Jezus ook koning over al deze vijandige machten. En zullen ze eens overwonnen aan zijn voeten liggen. Zei Hij het niet zelf, toen Hij na Pasen als de opgestane aan zijn discipelen verscheen? Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Daarbij gebruikt Hij hetzelfde woord als Paulus hier. Mij is gegeven alle bevoegdheid, alle zeggenschap.
Dat geeft gelijk een antwoord op veel vragen, waar we mee kunnen zitten. Als Christus zo'n machtig koning is, waarom maakt Hij dan niet gelijk korte metten met het kwaad? Waarom leven we zo lang onder de bezetting van verkeerde machten? Waarom moet die grote wereldoorlog tussen Hem en de boze machten zo lang duren?
Omdat Christus wel bevóegd is om alles naar zijn hand te zetten en onder zijn voet te leggen, maar Hij maakt in zijn wijsheid daar niet altijd gebruik van. Waarom? Omdat we door hem juist niet als bezette maar vrije mensen geschapen zijn, waar we zelf de consequenties van moeten leren dragen. We moeten ook de gevolgen en de schuld leren aanvaarden als we onze vrijheid zelf opofferen en achter verkeerde machten aan lopen. We zijn nu eenmaal geen stokken en blokken, of marionetten. En tegelijk houdt Hij zich ook in omdat Hij in zijn liefde en geduld ons behoud wil en niet onze ondergang. In de tweede wereldoorlog heulden sommigen met de vijand. Ook wij heulen soms met kwade machten. Maar God geeft ons nog steeds de kans om ons te bekeren en ons vrijwillig en met liefde aan Hem en zijn genade over te geven. Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen? Zo vragen spotters volgens Petrus aan het einde van de tijd. Het kómt er zeker niet van. Het komt er wél van. De Here is echt niet traag met het nakomen van zijn belofte, hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. Een politieagent heeft de bevoegdheid om desnoods geweld te gebruiken. Bijvoorbeeld bij een ruzie, een aanhouding, maar hij vindt zijn optreden écht succesvol en voelt zich in zekere zin méér overwinnaar, als hij met rustig optreden en met de overtuigingskracht van redelijke argumenten problemen oplost in plaats van met de houdgreep, de wapenstok of het pistool. Zo is het al bij deze overheidspersoon, laat staan bij Jezus.
Want Hij regeert met de zachte krachten van zijn liefde. Hij regeert niet met geweld, maar met de overtuigingskracht van zijn Woord en Geest. Maar Hij regeert wel, is wel koning en eens liggen alle vijanden aan zijn voeten. Welke vijand noemt Paulus verder? Kracht. Nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. Hier staat in ‘t Grieks een woord, waar woorden als dynamisch en dynamiek van zijn afgeleid. Sommigen krachten hebben hun eigen vaart, hun eigen dynamiek en zijn moeilijk om te buigen of af te remmen.
Zo heeft de medische wereld een eigen dynamiek. De dynamiek in het voortschrijdend prenatale onderzoek met de mogelijkheid van abortus bij maar enige twijfel of het vruchtje volmaakt is. De dynamiek in het vraagstuk van de euthanasie, waarbij de ethische grenzen verder worden opgerekt. De dynamiek in het DNA-onderzoek, waarbij men steeds meer kan zeggen wie grote kans loopt bepaalde ziektes te krijgen. Met alle gevolgen in mensenlevens en bij het afsluiten van verzekeringen. Zo heeft ook de economie haar eigen dynamiek. De macht van de beursnoteringen, de internationals, de captains of industry, de fusies, de bonussen. De macht van de kapitaalmarkt, de geldscheppende banken.
De moderne techniek en de digitalisering heeft haar eigen dynamiek. De computers, netwerken, mobieltjes. De groeiende databestanden met gevoelige informatie, niet altijd veilig voor hackers. Misschien hebben we binnenkort een generatie die niet eens meer kan schrijven, alleen nog maar tóetsen in kan drukken.
En toch zit er ook nog een andere dynamiek in de wereldgeschiedenis. Die van Gods bevrijdend handelen. De dynamiek waarmee God alles op zijn koninkrijk van vrijheid, recht, liefde en geluk laat uitkomen. Alles in de geschiedenis perst, stuwt, dringt vol dynamiek naar dat grote einde toe. Het loopt niet uit op de eeuwige vernietiging, maar de eeuwige vernieuwing. Aan het eind van die grote wereldoorlog zal het eens en voor altijd vrede zijn. Daar gaat het onherroepelijk naar toe. Daar stuurt de Here op aan met zijn dynamisch handelen.
Het gaat naar het grote ‘totdat’ van onze tekst. Want hij moet koning zijn totdat ‘God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’.
Niet: ópdat. Het is geen vrome wens, die mogelijk nooit in vervulling gaat. Totdat: Het zal waarachtig eens gebeuren.
Maar er staat ook niet: nádat. Christus is niet pas koning nadat Hij al zijn vijanden heeft uitgeschakeld. Maar al strijdend heerst Hij, is Hij de baas, heeft Hij de overmacht. Hier en nu. Een grote troost voor ons. En aan die heerschappij komt een einde als alle machten voor Hem hebben gecapituleerd, ja door Hem zijn vernietigd. Want dan geeft Hij de koninklijke scepter van de wereldgeschiedenis weer over aan zijn Vader, opdat God zij alles in allen.
Waar gaat het naar toe? Dat zeggen we wel eens, somber door allerlei ontwikkelingen, allerlei heerschappijen, machten en krachten, die als vijanden van God en ons zo te keer gaan. Maar dáár gaat het naar toe. Naar de overwínning van Koning Jézus. Zo wáárachtig als het Pasen is geweest.
Aan de eindpaal van de tijden
ziet ons oog de geest van 't kwaad.
moe geworsteld en ontwapend,
tot geen afval meer in staat.
Als de Here God in allen,
en in allen alles is,
zal het licht zijn, eeuwig licht zijn,
licht uit licht en duisternis.
Amen.
Rapporteer
My comments