De website van Arie Tromp

  • Verschenen in: Kerk- en Verenigingsklanken (Herv. Gemeente Krimpen aan de Lek)
  • op: 1 november 1985
Psalm 138 : 1-2 Ik zal U loven

Psalm 138 : 1 en 2


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Ik zal U loven

Ik zal U loven met mijn gehele hart. In de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen. Ik zal mij neerbuigen naar het paleis Uwer heiligheid..

Binnenkort is het weer Dankdag. Eigenlijk klopt er niets van, dat die ene dag in het jaar Dankdag heet. Want waarvoor we danken wordt alle dagen geschonken. En daarom hoort elke dag een dankdag te wezen.

Alle dagen zijn niet hetzelfde. We kennen dagen van voorspoed en van tegenspoed, dagen van gezondheid en van ziekte, van vreugde en van leed. Maar God is alle dagen wel dezelfde, dezelfde goede God, want Hij geeft uiteindelijk alles ons ten goede, als we in Hem geloven. Hij wil ons met alle goed verzorgen en alle kwaad van ons weren of te onzen beste keren. Ja, er valt zelfs te danken voor de nood. Hij zet ons in zijn wijsheid stil door de nood en drijft ons zó naar Hem toe, terwijl we anders steeds verder van Hem zouden afdwalen. Hij doet ons in de nood zijn kracht, steun en troost ervaren. Hij bevrijdt ons op zijn tijd uit de nood. 't Is allemaal reden om Hem te loven. Hoeveel te meer al het goede, dat Hij schenkt. Ga er eens rustig voor zitten en zet eens twintig zegeningen op papier. Heel bewust. Zo geeft uw eigen leven u veel meer stof tot mediteren dan een predikant. En zo ook stof tot loven en psalmzingen.

Zingen kun je eigenlijk alleen maar met hart en ziel doen. Voor zingen moet je in de goede stemming zijn. Anders krijg je geen lied door de keel. Zingen kan niet worden opgedrongen, maar moet van binnenuit komen. Ik hoop, dat ons hart de ware blijdschap en dankbaarheid kent, waardoor het spontaan en ongeremd, uit volle borst, de Here loven kan. Zoals David: ik zal U loven met mijn gehele hart. Er was geen vezel in zijn bestaan, die er niet aan mee deed. Zo te zingen is enorm bevrijdend en verlossend. Wie zo zingt, is tot zijn ware bestemming gekomen, want het is toch de bedoeling, dat we allemaal Juda's, Godlovers, zouden zijn. Wie zo zingt valt al een hemels geluk ten deel en een vrede, die alle 'verstand te boven gaat. Wie zo zingt, is alle neerdrukkende lasten en knellende banden kwijt. Zalig het hart, dat de Here kan loven.

Maar zingen doe je niet altijd alleen. Naast solozang is er koorzang. Wie graag zingt, heeft ook behoefte om met anderen te zingen. Dat geeft een verrijkende wisselwerking. Je vult elkaar aan. Je trekt elkaar mee. Samenzang geeft een extra sfeer. Wie God wil loven met zijn gehele hart, zoekt graag anderen op, die dat ook willen. Om met elkaar samen te stemmen. Om elkaars lofprijzing te versterken.

Daarom zegt David: ik zal mij neerbuigen naar het paleis Uwer heiligheid. Hij zoekt Gods volk op in Gods woning. Hij zoekt de gemeenschap der heiligen. Hij weet, dat hij daar, te midden van andere lovers, pas echt zijn lof kwijt kan. Er staan nog steeds paleizen van Gods heiligheid op aarde. Onze kerk is er een van. Daar vindt die heerlijke gemeentezang plaats. Het doet je zo goed, wanneer alle kelen en monden zich paren om bij orgelspel God te loven. Dat is in de goede zin van het woord meeslepend. Het kan gebeuren, dat je hart nog angsten en zorgen had, remmingen om God te loven, maar dat ze in en door de gemeentezang van je afvallen en je ongeremd meezingt.

En zo blijkt dat zingen een krachtig wapen tegen de zorgen en noden. Tegen alle kwade machten, die zich van je hart meester willen maken. Je zingt ze weg. Je zingt ze stuk. Zoals de muren van Jericho werden stuk gebazuind. De machten van de zonde, van de eenzaamheid, van de pijn, van de ziekte, van de dood worden hier door David goden genoemd. Ze oefenen immers een bove-menselijke invloed op ons uit. En er zijn nog veel meer machten te noemen, die zich als moderne goden opwerpen en ons aan zich dienstbaar willen maken. We schijnen er machteloos tegen. Maar 't is niet waar. De Here heeft ons wapenen in de hand gegeven om tegen hen te strijden. En een machtig wapen is: loven en zingen. Daar kunnen ze niet tegen. Als we ten overstaan van hen God eren, krijgen ze ons niet te pakken. Geloofd zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, in het hart, in de gemeente en tegenover de wereldmachten.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4