De website van Arie Tromp

  • Verschenen in: Kerk- en Verenigingsklanken (Herv. Gemeente Krimpen aan de Lek)
  • op: 1 juli 1988
Psalm 131 : 2a Meer dan vakantierust

Psalm 131 : 2a


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Meer dan vakantierust

Immers heb ik mijn ziel niet tot rust en stilte gebracht?

Heb ik mijn ziel niet naar uw wil
gevoegd in vrede, mild en stil,
zoals het pas gespeende kind
troost in zijn moedes armen vindt?

Ik ben aan vakantie toe. Ik moet er nodig tussenuit. Als 't zo doorgaat, raak ik overspannen.

Dat zijn geluiden, die je vaak hoort in deze tijd. We voelen ons dikwijls zo onrustig, opgejaagd, moe. We zijn daardoor vaak neerslachtig en kortaangebonden.

Waar zou dat van komen? Er worden allerlei uiterlijke oorzaken genoemd. De tijd is jachtig. De maatschappij is ingewikkeld en zit vol spanningen en problemen. Er is veel concurrentiestrijd en broodnijd.

Dat is allemaal waar. Maar spelen innerlijke oorzaken niet een even grote rol? Laat ik het met de woorden van psalm 131 zeggen: ons hart is te hoog en onze ogen zijn te groot. We zijn zulke strebers. We willen wat bereiken, betekenen, bezitten. En eigenlijk niet wat, maar veel. De hoogmoed van ons hart en de begeerte naar wat onze ogen zien, drijven ons op en zwepen ons voort.

Daarbij komt de waan, dat 't allemaal van óns afhangt, dat we 't zélf moeten maken. Dat geeft een loden last. Dat wekt faalangst en zorgen. En de rust van lichaam en ziel is zo ver te zoeken.

Ook de vakantie geeft ons die rust niet. Daarna gaat alles op de oude voet voort.

Hoe worden we daarvan verlost? Door de overgave aan God. Door 't volste vertrouwen in Hem te stellen. 'Beveel gerust uw wegen, al wat u 't harte deert, der trouwe hoede en zegen van Hem, die 't al regeert. Laat Hem besturen, waken. 't Is wijsheid wat Hij doet!' Door te bidden: Here, neemt U maar over, wat ik allemaal uit mijzelf wil doen en in eigen kracht. Doet U maar met mij en mijn bezigheden, wat U het beste vindt. Geef, dat ik niet uitkom bij wat ik mijzelf ten doel heb gesteld, want dat is heel veel, maar U hoort er níet bij, maar dat ik uitkom bij Ú. Dat ik mijn levensbestemming bij U vindt en in de taken, waar U me voor gebruiken wilt.

Dan leren we ook af om van alles te willen en te wensen. Dan laten we ons niet meer opjagen door de ene begeerte na de andere. Dan gaan we onze wegen met meer tevredenheid, meer rust. Wie niet meer met een trots hart en een waanwijs oog zoekt naar wat te groot is en te hoog, vindt iets, wat juist erg groot en verheven is: een rijk leven met innerlijke rust en evenwicht. Wat zo'n innerlijke gesteldheid is naar Gods wil en wordt door Hem gezegend. Heb ik mijn ziel niet naar uw wil gevoegd in vrede, mild en stil?

En de mooiste ervaring is dan, dat je je bij God veilig en geborgen voelt. Dat je Hem dicht bij je weet en dat dat je hetzelfde behaaglijke gevoel geeft als een klein kind heeft, dat zich op de schoot van zijn lieve moeder heeft genesteld. Bij de Here vinden we troost en warmte. Bij de Here worden we kalm, minder gehaast en opgejaagd. Bij de Here vinden we rust. Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U, o God, zei Augustinus. Dat is een vrede, zo rijk, dat we ervan overstromen en we het niet kunnen bevatten. Het is een vrede, die alle verstand te boven gaat. Het is een rust, die veel dieper en fijner is dan de rust van de vakantie, ook al is die welkom.

En deze rust duurt ook langer dan een vakantieperiode. Zij kan er zelfs zijn als het in onze levensomstandigheden onrustig en stormachtig is. Want ook dan weten we ons geborgen in Gods Vaderarmen, die volgens onze psalm ook alle liefde en warmte van moederarmen hebben.

We wensen u de rust van de vakantie toe. We wensen u veel meer dan vakantierust toe. De rust bij God, die ons door Jezus Christus, Zijn Zoon, heeft uitgenodigd: Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4