De website van Arie Tromp

  • Verschenen in: Kerk- en Verenigingsklanken (Herv. Gemeente Krimpen aan de Lek)
  • op: 1 februari 1985
Lukas 9 : 13 Werelddiakonaat

Lukas 9 : 13


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Werelddiakonaat

"Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten."

Aan de oever van het meer
luist'ren velen naar de Heer,
maar zij zijn de tijd vergeten
en er is haast niets te eten.

Daar worden de discipelen zenuwachtig van. Straks ontstaat een situatie, waarvoor zij verantwoordelijk zijn, terwijl zij die verantwoordelijkheid niet kunnen dragen. Hoe kunnen we ooit voor zoveel mensen zorgen? Laat ieder maar voor zichzelf zorgen. Meester, stuur de schare toch weg, om onderdak en eten te vinden in de naburige dorpen! ‘t Is zo begrijpelijk. We herkennen het. Ook wij willen niet medeplichtig zijn aan en verantwoordelijk voor een situatie die ons uit de hand dreigt te lopen en boven het hoofd gaat groeien. Dat schuiven we bewust of onbewust van ons af. Laat ieder maar voor zichzelf zorgen. We willen best verantwoordelijkheid dragen voor wat we aankunnen. Dan is daarna ons gevoel van eigen rechtvaardigheid gestreeld.

Maar de menselijke nood, die ons te machtig is? Afschuiven! Neem als voorbeeld de honger in veel landen. 't Ligt aan het klimaat, aan het gebrek aan ontwikkeling en werklust, aan de politieke toestanden daar. Of ‘t ligt aan God. Als je menige onkerkelijke aanhoort over wereldproblemen als de honger, krijg je de indruk, dat ze willen zeggen: ik geloof niet in God, maar ik geef Hem wel de schuld. En zo vegen we allemaal het straatje van ons geweten schoon.

Maar 't is te laat. We komen er niet onderuit. Jezus zei tot zijn discipelen: geeft gij hun te eten. 't Was onmogelijk. Hoe doe je dat met vijf broden en twee vissen en veel te weinig geld? Maar 't was niettemin de opdracht. Ze mogen wij ook onze medemens in nood, dicht bij en ver weg, niet onder allerlei voorwendselen aan zijn lot overlaten. Niet alleen omdat economisch gezien de rijkdom van de een meestal gebouwd is op de armoede van de ander. Maar boven alles vanwege het tweede gebod van de hoofdsom der wet, aan het eerste gelijk: hebt uw naaste lief als uzelf. Geeft gij hun te eten. Eer volstrekt onmogelijke opdracht. Zowel voor de discipelen toen als voor ons nu. Maar daarom niet minder een opdracht, zelfs van Jezus, zelfs van God. We hebben er zo vaak de mond vol van, dat we in zonde en schuld verloren liggen en volstrekt machteloos zijn om ons zelf te redden. Heeft deze geestelijke nood ons ook al op dit hele concrete punt naar de keel gegrepen? "Here, hoe kom ik er uit? Geeft gij hun te eten. En ik kan het onmogelijk!"

Ook in deze heel concrete wereldproblematiek geldt vraag en antwoord 3 van de Heidelbergse Catechismus: Waaruit kent gij uw ellende? Uit de wet Gods. Dat neemt niet weg, dat we al het mogelijke moeten doen tot leniging van de nood. De Here wil onze gaven en ons bezit daarvoor in beslag nemen, ook al is het naar de mens gesproken een druppel op een gloeiende plaat. Jezus verrichtte het wonder van de wonderbare spijziging niet uit het niets, maar gebruikte de vijf broden en twee vissen, die voorhanden waren. Hij zag op naar de hemel en sprak de zegen over uit.

En dan wordt het tekort tot een te veel. leder werd verzadigd en er was nog een overschot. Dit wonder is een teken van het Koninkrijk Gods, dat in Jezus Christus al voet aan wal heeft gezet in deze wereld en eens in volle zichtbaarheid zal komen. Koning Jezus staat er borg voor, dat er eens geen honger en kommer, geen nood en dood meer zal zijn. Koning Jezus zorgt er zelf voor, dat de voortekenen daarvan op deze aarde tot stand komen, ook door middel van onze schamele, ontoereikende gaven. Bij Koning Jezus is overvloed. Waarom? Omdat Hij de ware Dienaar, de ware Diaken is, die zijn lichaam als brood heeft laten breken. Die zichzelf geeft aan en uitdeelt aan arme zondaren. Die zo ons stoffelijk en geestelijk kan verzadigen. Er zit toch perspectief en hoop in ons armzalig werelddiakonaat. Vanwege het Lam, dat Zichzelf geofferd heeft voor ellendigen en zondaren. Voor u en voor mij en voor de Ethiopiër, als we 't van Hem verwachten.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4