Lukas 10 : 26
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Wat en hoe
"Wat is in de wet geschreven? Hoe leest gij?"
Is die rabbi Jezus wel zuiver in de leer? Wij zouden zeggen: is Hij wel goed rechtzinnig en bijbelgetrouw? Dat was de vraag van de wantrouwige joodse geestelijkheid. Laten we hen er niet te snel om veroordelen. Ik denk, dat iedere langs de normale weg opgeleide en op de normale wijze werkende predikant ook wantrouwig is tegenover een collega, die niet op de universiteit heeft gezeten, er een wat vreemde werkwijze op na houdt en opvallend veel mensen trekt. En zo kwam er, niet voor de eerste en ook niet voor de laatste keer, een wetgeleerde naar Jezus om Hem aan de tand te voelen. Kent Hij de wet en is Hij trouw aan de wet? Ik vind het eigenlijk best een sympathieke wetgeleerde. Want hij probeert Jezus niet te vangen met pietluttigheden, waarbij hij zelf buiten schot blijft, maar stelt de persoonlijk getinte levensvraag: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beërven? Hielden we ons allemaal maar met die vraag bezig! Is het een vraag, die ú bezig houdt?
Jezus antwoordt met twee wedervragen: Wat is in de wet geschreven? Hoe leest gij? Het is blijkbaar met het oog op óns eeuwig leven goed, dat die vragen ter bezinning ook aan ons gesteld worden. Wat is in de wet geschreven? De wetgeleerde kan gerust zijn. Jezus wil niet buiten Gods wet om. Hij ziet geen eeuwig heil buiten Gods Woord om. Het gaat ook bij Hem om wat geschreven is.
Maar ik word er ongerust van. Want er is een ontstellend gebrek aan Bijbelkennis. Ook nu is de klacht van Jesaja op z'n plaats: Een os kent zijn bezitter en een ezel de krib van zijn heer, maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet.
Eigenlijk is dat nog niet eens het ergste. Want niet iedereen heeft gelegenheid gehad om kennis over de bijbel te vergaren. Ik word het meest ongerust van het gebrek aan leergierigheid met betrekking tot wat geschreven is. Het gebrek aan interesse. Eigenlijk zou men door middel van catechisatie, Bijbelkringen, kerkdiensten enz. kennis moeten vergaren over Gods Woord alsof het leven, het eeuwige leven, daarvan afhing. Maar het is er dikwijls verre van. Bij het woord Genesis denken sommige jongeren eerder aan een popgroep dan aan het eerste boek van de Bijbel. Laten we toch om wille van ons eeuwige heil gehoor geven aan de oproep van Jezus Zelf: Onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen.
Maar zijn we er dan, als we weten, wat er geschreven staat? Nee, want het is net zo belangrijk, hoe we lezen. Hoe leest gij? De wetgeleerde wist het antwoord precies. In de wet staat, dat we de Here, onze God, zullen liefhebben met geheel ons hart, geheel onze ziel, geheel onze kracht, geheel ons verstand en onze naaste als ons zelf. Maar hij vroeg daarbij: wie is mijn naaste?
De wetgeleerden verschilden met elkaar van mening, hoever zich dat begrip uitstrekte. Was het enkel je vriend en familielid of iedere volksgenoot? De bijbel was voor hen een boek, waarover druk werd geredeneerd en gediscussieerd. Waarover twistgesprekken werden gevoerd, maar meer ook niet! Hoe lezen wij? Om aan de hand van Gods Woord een mening te verkondigen en die tegenover de mening van een ander te stellen? Om geweldige discussies aan te gaan? Of om dat Woord heel eenvoudig en bescheiden te doen op de plaats, waarop God ons gesteld heeft?
Jezus vertelt als antwoord op de vraag, wie de naaste is, het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Een verachte ketter in de ogen der Joden. Maar de priester en Leviet liepen met een grote boog om het slachtoffer van de rovers heen en hij hielp vol barmhartigheid. Hij hielp voorbeeldig en volledig een hem nog wel vijandig gezinde jood. Dat is de ware kennis der wet en trouw aan de wet. Niet over God en de naaste discussiëren, maar ze liefhebben. Niet vragen: wie is mijn naaste? Maar: ben ik wel naaste?
Wat is geschreven? Hoe leest gij? Gelukkig maar, dat Jezus ons die vragen stelt. De grote Barmhartige, die voor ons in de plaats de wet ten einde toe vervuld heeft en die voor ons in de plaats God en de naaste volkomen heeft liefgehad.
Wat schieten wij tekort in het "wat" en hoe" als het om het eeuwige leven gaat. Maar we mogen onze tekorten aan Hem belijden en op zijn rechtvaardig leven en verzoenend sterven vertrouwen. Gaan we de Bijbel door Jezus meer lezen en anders lezen?
Rapporteer
My comments