De website van Arie Tromp

Kolossenzen 4 : 5 Wie buiten staan

Kolossenzen 4 : 5


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Wie buiten staan

Gedraagt u al wijzen ten opzichte van hen die buiten staan.

Meditatie in het jaarverslag 2002 van de Classicale Zendingscommissie van Hattem

Wat zijn dit voor buitenstaanders? Ze staan buiten het christelijk geloof.

Dat zijn er nogal wat. Miljarden over de hele wereld. Miljoenen in ons eigen land.

Doet dat ons pijn? Geeft dat ons verdriet?

Dat is het geval, wanneer we zelf binnen zijn.

Als we zelf rijk en blij zijn door ons geloof in de Here Jezus, we zo een vaste basis onder ons leven hebben gekregen, ja we zo een ander, nieuw leven hebben ontvangen, dan gunnen we dat anderen ook zo.

Wie op materieel terrein zegt: ik ben binnen, meent dikwijls geen boodschap meer aan anderen te hebben. Wie in geestelijk opzicht binnen mag zijn, heeft juist wel een boodschap voor wie nog buiten staan.

En die zoekt die juiste houding tegenover hen, de juiste omgang met hen.

Soms is er de neiging de grens tussen buiten en binnen te vervagen. Dan hebben we het over het verborgen of anonieme christendom. Mensen die goed en eerlijk door het leven proberen te gaan, op vrede en recht in deze wereld uit zijn, zijn eigenlijk christen, al weten ze het zelf niet.

Toch trekt de bijbel een duidelijke grens en dat is een extra aansporing om er alles aan te doen, dat medemensen over die grens trekken, van buiten naar binnen.

Alles. En dat is allereerst het gebed. Het gebed voor de buitenstaanders. “Volhardt in het gebed” (Col. 4 : 2a). En de voorbede voor hen die door de Here geroepen zijn om het evangelie aan hen te brengen. “En bidt tevens voor ons, dat God een deur voor ons woord opene, om te spreken van het geheimenis van Christus” (Col. 4 : 3a), zo vraagt Paulus.

Alles. We moeten er dus ook met onze houding, ons gedrag alles aan doen. “Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan”.

Paulus hecht groot belang aan de verkondiging van het evangelie, maar toch begint hij hier met ons gedrag, onze omgang met de buiten staande naaste.

Onze vrome woorden zijn ongeloofwaardig, als we met ons gedrag ergernis wekken. Stel je voor dat ons gedrag een reden voor buitenstaanders is om maar buitenstaander te blijven!

Bij dat gedrag hoort overigens ook hulpvaardigheid. Niet: vroom spreken en niets doen. Woord en daad, zending en werelddiaconaat zijn één.

Gedraagt u als wijzen! Wat is wijsheid?

Daar valt veel over te zeggen. In het boek Spreuken lezen we bijvoorbeeld dat wijsheid gepaard gaat met: rechtvaardigheid, nederigheid en eenvoud, bezonnenheid, vriendelijkheid en milde humor, vindingrijkheid.

Domheid en eigenwijsheid zijn voor ons zondaren geen vreemde zaken. Maar die ware wijsheid moet ons geschonken worden. Het is een gave van de Heilige Geest, ontvangen door middel van de dagelijkse omgang met de Here Jezus.

Wijsheid houdt ook in, dat we de goede gelegenheid benutten: “Maakt u de gelegenheid ten nutte”(Col. 4 : 5b).

Dus: wees ijverig in zending en evangelisatie, in getuigenis, in werven voor het geloof, nu er nog de gelegenheid voor is. Het “visseizoen” is nu nog niet gesloten, maar straks wel. En wie weet hoe gauw. De zending staat onder de spanning van het naderend einde der tijden.

Maar ook: Gebruik de wonderlijke momenten die de Heilige Geest schenkt in gesprekken om te laten merken, dat je christen bent. Zwijg dan niet uit valse schaamte.

En zo hebben we het intussen niet alleen over wat we doen, maar ook over wat we zeggen.

Soms hoor je de mening: de verkondiging is door de zonden van christenen zó in diskrediet geraakt, dat je beter een poosje kunt zwijgen en alleen maar goede daden kunt doen. Voor deze mening vinden we in de bijbel geen grond. Spreek met de buitenstaanders, schrijft Paulus.

En dat altijd “aangenaam”(Col. 4 : 6). Dus: vriendelijk, beminnelijk, innemend.

Maar aan de andere kant niet toegeeflijk en slap. “Niet zouteloos”. Er mag best pit in je uitspraken zitten. Het mag zelfs een beetje bijten en branden. Als het maar zuiverend is en het bederf van de zonde weert, zoals zout dat doet met het voedsel, waar het in zit.

Moge de Here God ons en onze gemeentes en onze uitgezonden zendingsbroeders en -zusters als middel gebruiken om buitenstaanders binnen te krijgen. In de lichtkring van zijn genade door de Here Jezus Christus.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4