Kolossenzen 3 : 16
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Inwoning
Het woord van Christus wone rijkelijk in u.
Bij velen is het woord van Christus als een onbekende, die onverwacht aan hun deur belt. Hij stoort en wordt met achterdocht afgewezen. Een lid van de evangelisatiecommissie krijgt van hen te horen: geen belangstelling. En spreekt een predikant bij de begrafenis van een familielid, dan kijken ze verveeld door het raam van de aula. Bij anderen is het woord van Christus een vage kennis. Hij mag best een enkele keer op visite komen, als hij toch toevallig in de buurt is, maar niet te vaak. Ze gaan alleen op het Kerstfeest naar de kerk. Ze willen eens in de zoveel jaar de ouderling wel op huisbezoek ontvangen. Maar dan moet het dan ook maar bij blijven. Bij weer anderen is het woord van Christus zelfs te vergelijken met een goede vriend, die wekelijks een gezellige en vertrouwde koffievisite aflegt. Ze gaan elke zondag naar de kerk, soms zelfs met plezier. Je hebt er zelfs bij wie het woord van Christus een goede buur is, die je dagelijks groet en spreekt. Ze bidden dagelijks en lezen dagelijks uit de Bijbel. Dat is natuurlijk geweldig. Maar als 't alleen maar gewoonte is, is 't niet voldoende. Want het woord van Christus wil een nog nauwere band met ons. Het wil zelfs in ons privé leven doordringen. Het wil niet minder dan inwoning in ons levenshuis, in ons hart. Het wil geen zeldzame of regelmatige bezoeker zijn, maar een huisgenoot. En niet een weggestopte in een klein kamertje, maar een die je overal en altijd in je eigen huis tegen het lijf kunt lopen: rijkelijk. Dat woord wekt zo ergernis. Je kunt niet meer vrij zijn, niet meer jezelf zijn in je eigen huis. Dat hindert je. Maar je ontdekt zo ook, dat die vrijheid weinig meer dan losbandigheid is en dat dat "jezelf zijn" niet anders is als je zondige "ik" laten overheersen. Je gaat je onder de blikken van die vreemde huisgenoot voor je niet zo fraaie manier van leven schamen. Maar je leest in zijn ogen toch meer dan verontwaardiging en minachting alleen. Hij blijft je in liefde accepteren, zoals je bent. Hij klapt niet de deur achter zicht dicht, jou eenzaam achterlatend. Zijn heilige en zuivere manier van leven werkt bevrijdend en aanstekelijk op jou in. Je leven wordt veel fijner en vrolijker door zijn inwoning. Je merkt ineens, dat je hem eigenlijk niet meer kunt missen. De dagelijkse gesprekken met hem zijn geweldig leerzaam, troostrijk en bemoedigend.
In een kerkdienst, op een kring, en zeker ook op huisbezoek, kortom, in alle kerkenwerk komt het woord van Christus naar ons toe. Hoe ver mag het ons naderen? Vinden we het voldoende, dat het als een verre kennis is, of als een goede vriend, of zelfs als je naaste buur, maar is dat echt de grens? Blijft onze omgang met dat woord uiteindelijk toch uitwendig en niet verplichtend? Of komt het tot inwoning? Dat wensen we elkaar en onze gemeenteleden, aan onze pastorale zorg toevertrouwd, toe, net zoals Paulus de gemeenteleden van Kolosse toewenst: "Het woord van Christus wone rijkelijk in u". Immers, het is het woord van en over niet zomaar iemand, maar van en over de Christus, de Gezalfde, die door God is aangesteld tot een eeuwige Verlosser. Hij de ware Profeet. Hij zegt ons tot ons heil welke gedachten God over ons heeft: van toorn over de zonden, van liefde tot de zondaar. Hij is de enige Hogepriester. Hij heeft aan het kruis van Golgotha het offer voor onze zonden gebracht. Hij is de eeuwige Koning. Wij leven voorgoed onder zijn zalige heerschappij van vrede en recht. Welgelukzalig is hij, is zij, die met hart en ziel samenleeft met het woord van deze Christus. Wie "huiselijk" en intiem met dat woord omgaat. Wie het blijmoedig dag en nacht herdenkt, bepeinst en ijverig betracht. Wie met dat woord voortdurend in gesprek is.
Moge ons bezoekwerk ertoe leiden, dat het woord van Christus rijkelijk in ons en in de gemeenteleden wonen gaat. In oud en jong. Zo'n inwoning is het mooiste wat een mens op aarde kan beleven. En die gaat in de hemel op volmaakte wijze door.
Rapporteer
My comments