2 Samuël 19 : 35 - 38
Maar Barzillai antwoordde: ‘Ik ben aan het einde van mijn levensdagen. Waarom zou ik nog met de koning meegaan naar Jeruzalem?
Ik ben nu tachtig jaar. Wat valt er voor mij nog te genieten van het leven? Kan ik nog proeven wat ik eet en drink? Kan ik de stem nog horen van zangers en zangeressen? Waarom zou ik u dan nog tot last zijn, mijn heer en koning?
Ik zou zelfs nauwelijks in staat zijn met u de rivier over te steken. Waarom zou u mij op die manier belonen?
Laat me toch teruggaan, zodat ik kan sterven in mijn eigen stad, bij het graf van mijn vader en mijn moeder. Neem liever Kimham met u mee, mijn heer en koning, en behandel hem zoals u voor ogen staat.’
Ich bin nun achtzig Jahr,
warum soll dein Knecht sich mehr beschweren?
Ich will umkehren,
daß ich sterbe in meiner Stadt,
bei meines Vaters und meiner Mutter Grab.
Soll ich auf dieser Welt
Mein Leben höher bringen,
Durch manchen sauren Tritt
Hindurch ins Alter dringen,
So gib Geduld, für Sünd
Und Schanden mich bewahr,
Auf daß ich tragen mag
Mit Ehren graues Haar.
Johann Sebastian Bach BWV 71
Cantate Gott ist mein König
deel 2 aria tenor en koraal sopraan
Rapporteer
My comments