Openbaring 1 : 4 en 5a over Gods drie-eenheid
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Zondag Trinitatis
Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.
Eén plus één plus één is drie. Maar één maal één maal één is één.
Zo is het met God, leert een oud catechisatieboekje. Want Hij is de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en toch één God.
Het is vandaag zondag Trinitatis. Deftig oud Kerklatijn. Maar het wil zeggen: de zondag van de drie-eenheid. Op deze eerste zondag na Pinksteren, nu alle christelijke feesten achter de rug zijn, wordt al vanaf de vroege middeleeuwen het feest van Gods drie-eenheid gevierd.
God laat ons bij wijze van spreken drie gezichten zien, dat van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Als Vader is Hij God bóven ons, die alles leidt, almachtig is, en verborgen.
Als Zoon is Hij God mét ons, naast ons, een mens ons nabij, van vlees en bloed als wij, onze naaste, die ons ook echt het naast was, tot in zonde en schuld, nood en dood.
Als Heilige Geest is Hij God ín ons, die, zingt psalm 51, in ons een hart schept, dat leeft in het licht en een vaste geest, die diep van binnen zonder onzekerheid God gaat beminnen.
Gods drie-eenheid. Een onderdeel van wat de kerk ons wel leert. Maar we niet begrijpen. Daaruit blijkt dat de Here met ons verstand niet is te vatten. Maar ook, hoe rijk geschakeerd en gevarieerd Gods reddende daden zijn. God heeft meer pijlen op zijn boog als het behoud van zijn schepping gaat. Hij is er het begin, het vervolg en het einde van. Het is allemaal uit God, door God, en tot God. Hij is Zelf Zijn weg helemaal omlaag naar óns toe. Hij is ook Zelf onze weg helemaal omhoog naar Hem toe. De ene driemaal heilige God.
In onze tekst groet hij zijn kinderen op aarde en stelt zich aan hen voor als Vader, Zoon en Geest.
Het gebeurt in een brief van de apostel Johannes aan de christelijke gemeentes in Asia, een Romeinse provincie in het huidige Turkije. Maar niet voor niets is de brief aan zeven gemeentes geschreven. Zeven is het getal van de vólheid. Ze staan voor álle gemeentes. Achter hen mogen we ook ónze gemeente zien.
Dus, gemeente, u moet de groeten hebben. Van God. Genade zij u en vrede. Is dat niet fijn?
Genade. Een groet met een dubbele bodem. We horen er het gewone woord in, waarmee de Grieken elkaar toen begroetten. Chaire. De Here zegt eenvoudig hallo tegen ons. Maar in deze groet horen we ook het hele evangelie. De Here biedt ons zijn genade aan, zijn vergevingsgezindheid en liefde. Het eerste woord, dat Hij zou móeten uitspreken, wanneer Hij ons niet altijd even brave mensen ontmoet, is: óórdeel, maar het wordt: genáde. Een wonder. En vrede. Ook een groet met een dubbele bodem. We horen de gewone joodse groet. Sjaloom. Maar er klinkt ook álles in door, wat God ons geeft. Een situatie van rust en geluk, van harmonie met God, met elkaar, met de natuur. Als in het paradijs.
Het zijn de eerste woorden van de Here aan het begin van elke kerkdienst. Genade zij u en vrede. Een troost voor die oude gemeentes, vooral omdat ze vervolgd werden. Een troost, ook voor óns. Daar komen we uit die ongenadige wereld vol onvrede. De hele last daarvan nemen we mee. Zorgen in ons werk. Ons gezin. Om onze gezondheid. Covid-19. Zorgen om een maatschappij die steeds jachtiger, harder, zedelozer, onchristelijker wordt. Zorgen om de spanningen in de grote wereldpolitiek. Het is soms ook een ongenadig harde strijd om als christen in deze wereld in het rechte spoor te blijven. Je kan juist door aan God te gehoorzamen in onvrede leven met anderen. Je kan soms ervaren, al is het minder erg dan de vervolgde gemeentes in Klein-Azië toen, dat de wereld geen genade heeft voor christenen en geen vrede wil met christenen. In menig land is er echte christenvolging. In Noord-Korea, Afghanistan, Somalië, Libië, Pakistan, om de huidige top 5 volgens Open Doors te noemen. En we kunnen, daar allemaal bezorgd over, de kerk in komen, maar we zitten nog maar net in onze bank of die heerlijke groet van God wil alle kommer en kwel verjagen: genade voor u en vrede.
Dan valt er toch een pak van je hart? Het doet je toch alle ongenade en onvrede vergeten?
Genade zij u en vrede. Van de drie-enige God.
In de eerste plaats van de Vader. Hoe noemt Johannes Hem? Hij die is, die was en die komt. Van de zijnde, staat er letterlijk. Een herinnering aan de Naam van God in het oude testament: Jahweh. Ik ben, die ik ben. Ik ben d'r bij en zal d'r voortdurend bij wezen. Zo stelt de Here zich aan Mozes voor bij een brandende braamstruik. Als Hij zijn volk komt redden van de slavernij in Egypte, omdat Hij hun ellende heeft gezien en hun geween gehoord. Het was zo een troost voor de verdrukte christenen in Turkije. Ze krijgen de groeten van dezelfde God, die grote wonderen aan Israël deed, het uit de grootste nood redde. Ook een troost, voor óns. Onze Vader in de hemel is dezelfde God als die door Israël bewees, dat Hij verlost en trouw blijft in de grootste narigheid. Hij is wonderlijk van raad en groot van daad. Wie gekneld ligt in de banden van het kwaad en de dood, kan nog wonderlijke bevrijding van Hem verwachten. Onze Vader is Jahweh, de God van Israël, de Here. Drie keer wordt deze naam van God in de geschiedenis van Exodus genoemd. En latere joodse uitleggers hebben verklaard, dat dit niet toevallig is, maar het op de drie tijden slaat: heden, verleden en toekomst. Blijkbaar is Johannes van die uitleg op de hoogte, Hij noemt ze alle drie. Die is, die was en die komt.
De Vader is dus de God van alle tijden. Ook de onze. Hij is de alfa en de omega. Het begin en einde van alles. Regeringen komen en gaan, maar Hij blijft regeren. Gij, dezelfde gistren heden, zult de toekomst tegentreden, zult dezelfde zijn altijd, eindeloos in majesteit. De Vader, God bóven ons, de constante factor in de wisseling van de tijden. Ook dát geeft troost en rust. Plotseling kan ons leven radicaal omslaan. Zijn we alleen, zonder man, vrouw. Zijn we ziek, invalide, werkeloos, machteloos. Het is of we van het goede leven van vóór de omslag alles kwijt zijn. Maar de Here zijn we niet kwijt. Hij gaat mee, is trouw door alle tijden.
In de eerste plaats is Hij er nu. In de tegenwoordige tijd. Genade en vrede van Hem, die is. Die nu, in de concrete situatie waarin ik zit, present is. Geloven is meer dan een weemoedig herinneren of een onzeker hopen, maar hier en nu met God leven. Het klinkt net zo troostend als wanneer een moeder tegen haar kind zegt: wees maar niet bang. Ik ben toch bij je? Hier en nu is God bij ons, ziet Hij ons, hoort Hij ons, spreekt Hij tot ons in ons hart. Zijn deur is nooit gesloten. Zijn stoel is nooit leeg. We bidden en danken en zingen niet de leegte in. Want de Here is niet absent, maar present. Altijd weer.
Want Hij is de God, die is. Maar ook die wás. We kunnen zó ver niet terugdenken, of Hij was er al. Eer de bergen geboren waren en U aarde en wereld had voortgebracht, ja van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God. Hij staat aan het begin van alles. Daarom kan Hij ook alles voorzien. Hij wordt door niets verrast, is overal op voorbereid. Hij stond ook aan het begin van óns bestaan en wist hoe het zou vérder gaan. Ons levensboek is allang door Hem geschreven. Wat een troost, dat niet het lót, maar Gód alles heeft voorbestemd. Een troost voor de vervolgde christenen in Klein-Azië. En ook voor óns. Alles lijkt bepaald door vaste natuurwetten of grillige toevalligheden. Wat is onze speelruimte klein. We hebben het gevoel geleefd te wórden in plaats van in vrijheid te leven. Maar gelukkig: die machtige God vol genade en vrede zit tóch overal regerend achter.
En Hij gaat ons ook vóór. Die is en die was en die kómt. We verwachten: die zijn zal. Maar er staat: de komende. Dat is rijker. We hebben toekomst omdat God naar ons toe komt. De Here zal er in de toekomst niet alleen zijn, zoals Hij was en is, maar veel dichter bij ons komen. Hij zal zijn genade en vrede helemaal realiseren. Hij zal geloven tot zien maken, zoals we iemand zien, die naar ons toegekómen is. Ja, de Heer kómt, ter bevrijding van zijn kinderen, ter bestrijding van zijn vijanden, om de aarde te richten en zijn Rijk te stichten. Wat staat ons nog te wachten? Het zijn beangstigende vragen. De toekomst is onzeker, bedreigend. Soms een toekomst met nog meer geweld dan nu al? Een met nog meer milieuvervuiling, klimaatverandering, droogte, overstroming, verhoging van de zeespiegel? Een met nog meer zedenverwildering, uitholling van het gezin, puur materialisme? Wat zal er komen? Hij zal komen! De God van genade en vrede. En daarom durven we de toekomst onder ogen te zien, al lijkt die somber. Eens zal de tijd van verdrukking en strijd voor Gods kinderen ten einde zijn. Ja, zó is de Vader, gemeente. De grote, machtige, genadige, liefdevolle God voor alle tijden, verleden, heden en toekomst. De God, die, hoog verheven, altijd dezelfde blijft in de wisseling van de tijden. Alle reden om ons aan die genade en vrede van God toe te vertrouwen.
Maar dat doen we uit ons zelf niet. Dan leven met de massa om ons heen alsof Hij niet is en was en komt. Daarom moet Hij zelf ons hart veranderen. En dát doet God de Heilige Geest. God in ons. Die leert ons in de Here te geloven. Leert ons zeggen: Abba, Vader. Ook die komt met zijn genade en vrede naar ons toe. Genade zij u en vrede van de zeven geesten voor zijn troon. Weer is zeven het getal van de volheid en totaliteit. De Heilige Geest staat vol macht en heerlijkheid voor de troon van de Vader. Hélemaal bereid uitgezonden te worden. Vooral na Pinksteren wordt hij om zo te zeggen constant uitgezonden. En wat is dan zijn werk? Dat Hij God ook op de troon zet in óns hart en leven. Dat de Here bij ons Koning wordt. Dat is een hele revolutie. Een omwenteling, die bekering heet. Hij zet ons voor de recht sprekende God. Hij overtuigt ons van onze verkeerde dingen. Hij haalt ons van onze eigen troontjes af en werpt ons vol huiver neer voor Gods troon. Maar Hij zet ons ook voor de troon van de genade. Geeft ons het vertrouwen om daar naar toe te gaan. Hij overtuigt ons er ook van, dat de Here zondaren vergeeft. Hij troost ons met Gods liefde. Hij laat ons merken, dat we geen beter koning kunnen hebben dan de goede God. En Hij maakt ons ook bereid om deze Koning te eren in loflied en dankgebed. En ons leven aan Hem te wijden. Ach, wat geeft ook de Geest ons zo genade en vrede. Er zijn allerlei kwade geesten actief. Ze zorgen voor genadeloze onvrede tussen mensen en volken. Ze zijn uit op de ondergang van Gods aarde. Ze ondermijnen Gods gemeente met dwaalleer, afval, verstarring of verwarring, of met onderdrukking zoals toen in Turkije. Maar er werken ook geesten op ons in, die van Gods tróón komen. Ze zorgen voor volharding en moed in het geloof. Ze houden Gods gemeente in stand door de eeuwen heen. Ze zorgen voor bloei na verval, geestelijke rijkdom na armoede, waarheid na dwaalleer, uitbreiding na slinking. Ze staan er garant voor, dat voor Gods troon, waar ze vandaan komen, eens een schare zal staan die niemand tellen kan uit alle volken en stammen en natiën. We mogen grote wonderen van de Heilige Geest verwachten. Want Hij is ook sterk. Denk nog eens aan dat getal zeven. Hij geeft niet mondjesmaat genade en vrede, maar overvloedig. En aan de zéven gemeentes worden de zéven geesten beloofd. Met andere woorden: niet één gemeente hoeft het zonder die Heilige Geest te stellen. Ook die van ons niet. Er loopt een rechtstreekse lijn van de troon van God naar ons toe. Door de Heilige Geest. Natuurlijk moeten we bidden: och, schonk Gij mij de hulp van uwe Geest. Als het maar geen klaagzang wordt. Vol twijfel. Want Hij staat voor ons klaar. Bereid om uit te gaan van Gods troon naar ons toe. Merk je dat? Is Hij bezig God bij jou op de troon te zetten, Koning te maken? Dringt Gods koninklijke woord steeds dieper in je door? Wordt het steeds meer een machtswoord waaraan je je onderwerpt, dat je gehoorzaamt, waarop je vertrouwt? Overigens is dat Woord niets anders dan het evangelie van de Here Jezus. En zo komen we bij de tweede persoon van de drie-eenheid. Genade zij u en vrede, ook van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden en de heerser over de vorsten van de aarde. Deze groet vertelt dus drie dingen van Christus.
Ten eerste is Hij de betrouwbare getuige. De gemeentes toen in Turkije worden hevig vervolgd. Van je geloof getuigen betekent dan om je geloof martelaar worden. Van het Griekse woord getuige, martus, is ook het woord ‘martelaar’ afgeleid. Het komt vaak op hetzelfde neer tussen vijandige, heidense overheden en hatende, lasterende joden. Het kost wat om van Jezus te getuigen. Het kost je een goede opleiding, je baan, plundering van je winkel, de gevangenis, de dood. Dan vraagt het moed om te blijven getuigen, om je geloof niet te verloochenen. Maar hun wordt een hart onder de riem gestoken. Ze worden aangespoord: houd vol. Want ze krijgen de groet van genade en vrede van Jezus Christus zelf, die de betrouwbare getuige is. Hij kwam van zijn Vader vertellen op aarde, van al wat er in het hart van die Vader leeft. Hij kwam het reddingsplan van God voor arme zondaren bekend maken, ja Hij zat daar als eerste getuige zelf helemaal midden in. En Hij bleef trouw, ook toen zijn getuigenis verzet opriep. Voor woedende en boze plannen smedende farizeeërs. Voor Kajafas, die er een godslastering in wilde horen. Voor Pilatus, die laconiek de schouders ophaalde: ach, wat is waarheid? Hij zette het stempel van echtheid op zijn getuigenis door er zelfs voor te sterven. De betrouwbare getuige. Het bleek op Goede Vrijdag. Hij hield Zijn Váder tot het laatste vast, én ons mensen. Door tot het laatste toe bij ons van zijn Vader te getuigen. En dat is ons behoud.
Wordt je er wel eens moe van om met woord en daad een warm getuige van God te zijn, in uw gezin, familie, werkkring, de maatschappij? Omdat je op tegenstand stuit? Omdat mensen die je lief en dierbaar zijn toch een andere weg opgaan? Omdat je er bij collega's en kameraden uit komt te liggen? Omdat er in de samenleving toch meer en meer gebruiken inburgeren, zelfs wetten worden uitgevaardigd, die tegen God en zijn gebod ingaan? Houdt het getuige van God zijn tóch maar vol, net als toen in Turkije gebeurde. U staat daarin niet alleen. U doet het in navolging van Christus, en zo in de kracht van Christus. U krijgt op die weg de genade en vrede van Jezus Christus, de betrouwbare getuige. Ten tweede wordt Hij de eerstgeborene van de doden genoemd. In de gemeentes van Klein-Azië lag de dood elke dag op de loer. De natuurlijke dood. Er is veel kindersterfte. Een aardbeving, een epidemie vaagt soms grote delen van de bevolking weg. Wij met onze medische voorzieningen beseffen niet hoe men vroeger met de dood in de schoenen liep. Daar komt dan ook nog het gevaar van een gewelddadige dood bij. Een christen was immers vogelvrij verklaard. Men kon ongestraft een roofmoord op hem plegen of hem bij de overheid beschuldigen, die hem dan ter dood veroordeelde. Een moeilijke situatie. Maar hun wordt een hart onder de riem gestoken. Ze krijgen de groet van genade en vrede van Hem, die de dood overwon. Het bleek op het Paasfeest. Zelfs wat de dood betreft is er doorkomen aan als jongere broeders en zusters achter de grote Broer aan, de eerstgeborene, die de weg gebaand heeft dóór de grote engte van de dood heen het nieuwe leven in. Heb je wel eens moeite met die laatste vijand, de dood? Zie je hem loeren, in ziekte, in het uitbreken van een virus als corona, in plotseling gevaar, in hoge ouderdom? De dood is en blijft vijand. Maar een overwonnen vijand. Sinds Pasen mogen we zeggen: want na de dood is het leven mij bereid. God neemt mij op in zijne heerlijkheid. En dat is toch genade en vrede?
Ten derde wordt de Here Jezus de heerser over de vorsten van de aarde genoemd. De gemeentes in Klein-Azië hadden veel last van de keizer van Rome, die als een god vereerd wilde worden en daarom met christenen, die Jezus hun Heer noemden, niets ophad. De overheden maakten hun het leven zuur. De machten bóven hen keerden zich tégen hen. En dan heb je het zwaar. Maar hun wordt een hart onder de riem gestoken. Ze krijgen de groet van genade en vrede van Hem, aan wie alle macht gegeven is in hemel en op aarde. Tegen wie alle groten van de aarde het eens af moeten leggen. Die de heerser is over de vorsten van de aarde. Het bleek op Hemelvaartsdag. Toen Hij ver boven alle aardse machten uitsteeg en plaats nam aan de rechterhand van zijn Vader. Naast Hem op de troon der tronen. Zucht je wel eens onder machten, die je klein willen krijgen? Politieke, economische, sociale machten. Vrees je, dat de machtswellust van de groten der aarde niet veel goeds teweeg zal brengen? Dat zo de vrijheid en vrede gevaar loopt, het recht verkracht wordt, de liefde en barmhartigheid geen ruimte krijgen? Je ziet er genoeg voorbeelden van, ver weg en dicht bij. En toch, één staat er boven. Eén is de heerser over de vorsten van de aarde. De Heer: Jezus. En zijn groet is er een van genade en vrede, want zijn Rijk is er een van genade en vrede. Ach, gemeente, als we vanmorgen de groeten krijgen van de drieenige God, dan kunnen we alleen maar antwoorden met: Ere zij de Vader en de Zoon en de HeiIige Geest. Amen.
Rapporteer
My comments