Johannes 1 : 49
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Onder de vijgenboom
Eer Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgenboom.

De vijgenboom heeft een heel dicht bladerdek en zijn takken buigen laag naar de grond. Zo wordt een koepel gevormd. Een prieeltje, door de natuur zelf gemaakt. Heerlijk om er in te zitten. Het licht schijnt gedempt door de bladeren heen. Je ogen knipperen niet meer van het felle zonlicht en krijgen rust. Je vindt er verkoeling tegen de hitte. Je kunt je er ook helemaal afzonderen, zonder dat iemand het merkt. Het is een verborgen en rustig plekje. Veel joden en vooral de rabbijnen wisten het: een ideale plaats om te mediteren. Om je terug te trekken en na te denken over je zelf, over de wereld, over God.
Zo was ook Nathanaël onder de vijgenboom gekropen. Ik zie hem in mijn verbeelding voor me als een jonge man, die in alle onzekerheid, maar ook in alle ernst op zoek is naar zijn identiteit, naar een levensbeginsel, een levensdoel. Hij zoekt de stilte en eenzaamheid om te worstelen met de diepe levensvragen, waar een jongvolwassene voor komt te staan. Tenminste een, die oprecht en serieus is. En dat was hij. "Waarlijk, een Israëliet, in wie geen bedrog is", zei Jezus van hem. Het nog betrekkelijke korte leven heeft hem ook al wat sceptisch gemaakt. Hij heeft al afgeleerd van mensen al te hoge verwachtingen te hebben: "Kan uit Nazareth iets goeds komen?"
Toch kende de man die uit Nazareth kwam hem al door en door. Hij wist, dat hij eerlijk, zonder bedrog, ook zonder zelfbedrog, in het soms raadselachtige leven wilde staan. Dat hij voor de grote vragen niet op de vlucht ging. Hij had hem onder de vijgenboom zien zitten. Waarover Nathanaël toen nadacht, gaat ons niet aan. 't Zijn mijns inziens wel wezenlijke zaken geweest, want Jezus wil meer dan bewijzen, dat Hij goed is in opzoeken bij verstoppertje spelen. En Nathanaël wist precies welk moment Jezus bedoelde. 't Belangrijkste is, dat hij juist toen en daar door Jezus gezien en gekend werd. Ja doorgrond werd tot in het diepst van zijn hart. En dat is de reden om zich aan Jezus toe te vertrouwen. Om voortaan volgeling en getuige van Hem te worden.
Zo vindt Nathanaël zijn geluk en levensdoel. Zo vindt hij het heil, waar Israël een speciale omschrijving voor heeft: dat ieder in vrede zal zitten onder zijn wijnstok en zijn vijgenboom. Hij vindt het niet bij zichzelf, maar wel via zelfinkeer. Hebben wij ook zo'n stil en verborgen plekje? Trekken wij ons wel eens terug om over wezenlijke waarden na te denken? Of zijn we er constant voor op de vlucht? Zijn we op de vlucht voor ons zelf en voor God? Doen we aan zelfbedrog door oppervlakkig voort te rennen en ons zo de werkelijke levensvragen van het lijf te houden? Durven we eigenlijk niet goed van binnen te kijken? Laten we toch de moed hebben om ons zonder zelfbedrog of te vragen: waar ben ik mee bezig? Waar vul ik mijn leven mee? Wat zijn de drijfveren in mijn hart? Dan zijn we met die vragen niet alleen. Dan is er Iemand, die met ons meedenkt. Die ons kent en begrijpt. En die zegt: volg Mij. Die ons uitkiest om ons de vrede en het geluk van zijn Koninkrijk te geven. Jezus Christus. Ja, dan krijgt Hij ons mee, hoe sceptisch en wantrouwig we ook geworden zijn. Dan worden we overtuigd van zijn macht, zijn ontferming, zijn liefde. Dan zeggen ook wij vol verbazing: vanwaar kent Gij mij? Een ander weet niet, wat er in mij omgaat. 'k Weet het zelf soms nauwelijks. Maar u weet het wel! En zo wordt Jezus Heer en Meester over ons leven. De zin en bestemming van ons leven. En dan komt er toch uit Nazareth iets heel goeds, alle goeds!
Rapporteer
My comments