Kolossenzen 3 : 14
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
Persoonlijke verwijzingen in de preek zijn verwijderd
Gemeente des Heren,
Trouwen doe je niet zo maar even. Het is een hele onderneming. Natuurlijk vooral omdat het een grote beslissing is. Als het goed is zelfs voor heel je verdere leven. Maar ook omdat er zoveel bij komt kijken. Je moet er van alles voor doen. Je moet een huis kopen of huren. En dat huis klaar maken. Alles naar de zin van het jonge echtpaar. Soms wordt daarvoor in de avonduren lang en hard geklust. Je moet afspraken maken met het gemeentehuis, de kerk en de dominee, met het restaurant, de kapper, de fotograaf.
En vergeet de kleding niet. Want die is bij een trouwerij ook belang-rijk. Daar kijken de mensen immers naar. Wat heeft bruid aan? Wat voor kleur en model heeft de bruidsjurk? Je wilt graag een stralende bruid zijn, die bewonderd wordt, en dat hangt af van wat je draagt. Hetzelfde geldt voor de bruidegom. Ook hij schenkt bijzondere aandacht aan het kostuum, dat hij op zijn trouwdag aantrekt. Vaak wordt er tevoren geheimzinnig over gedaan. De bruidegom mag niets van de bruidsjapon zien en wat hij draagt moet voor haar een verrassing blijven. Wel, jullie zien er prachtig uit!
En u als bruiloftsgasten? Bij deze bijzondere gelegenheid hebt u vast ook bijzondere kleding aangetrokken, die er misschien er wel speciaal voor gekocht. We waren toch wel weer eens aan wat nieuws toe. Ja, we hebben in ons rijke land aparte kleren voor verschillende gelegenheden. We hebben werkkleding. Wat vind je van deze werkkleding, mijn toga? We hebben huiselijke kleding, vrije tijdkleding, sportkleding, maar ook avondkleding en feestkleding. En wie trekt voor een bruiloft niet de meest feestelijke kleren aan?
Je kunt wel zeggen: kleding is alleen maar het uiterlijk. Maar ze ver-raadt nu eenmaal ook iets van het innerlijk. Kleren maken de man, is het spreekwoord. En ze maken niet minder de vrouw. Je ziet vaak aan de kleding uit wat voor stand we komen, wat voor beroep we hebben. De dagelijkse plunje van een boer ziet er anders uit als die van een vertegenwoordiger, van een winkelbediende anders als die van een secretaresse. En ook maak je met een versleten jas en broek, een oud truitje en rokje een andere indruk als wanneer je je pas in het nieuw hebt gestoken. Dan ben je weer even de deftige meneer of mevrouw. Je voelt je dan ook echt anders.
Wel, eigenlijk hebben jullie je vandaag niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk in het nieuw gestoken. Je trekt het oude jasje van je vroegere leven uit. En je begint aan een nieuwe levensfase. Je krijgt een nieuwe verhouding tot je ouders. Een nieuwe staat en positie in de maatschappij. Een nieuwe, duurzamer bedoelde relatie met elkaar. Je trekt zo als het ware een nieuw jasje aan. En je bent ook oprecht van plan om samen werkelijk opnieuw te beginnen. Dat gevoel hoort bij een huwelijk.
Nu gebruikt Paulus dit zelfde beeld ook voor het geestelijk leven. Het leven van binnen, in ons hart. Hij zegt: als je in de Here Jezus gaat geloven, wordt je leven ook nieuw en anders. Dan trek je als het ware ook een oud jasje uit en een nieuw jasje aan. Het oude jasje van het leven zonder God. Daar doe je afstand van. Dat trek je niet meer aan. En het nieuwe jasje van het leven met God. Dat trek je aan en houd je aan.
Nu kun je op de gedachte komen: het is maar een jasje. Kleding. Dus slechts de buitenkant. Maar Paulus heeft natuurlijk niet bedoeld, dat we er met bepaalde christelijke gewoontes en tradities wel zijn. Geloven in de Here Jezus beslaat ons hele mens zijn. Al ons doen en laten. Ons spreken en zwijgen. En ook ons denken. Hij schrijft dan ook van de gemeenteleden in Kolosse, dat ze door hun overgang tot het christelijk geloof de oude mens met zijn leefwijze hebben afgelegd en de nieuwe mens hebben aangetrokken. Mens. Want geloven doe je als mens. Met hoofd, hart en handen. Met alles. Geloven doe je niet met een stukje van je zondagse leven of een stukje van je dagelijkse leven, maar met je hele bestaan. Als je met elkaar getrouwd bent, deel je ook niet een stukje van het leven met el-kaar, maar het hele leven. En als je door het geloof in liefde en trouw met God verbonden bent, deel je ook niet een stukje van je leven met Hem, maar je hele bestaan. Dat blijkt ook uit wat Paulus er allemaal bij haalt, als hij de gemeente-leden van Kolosse opwekt om dat nieuwe leven te leiden. Legt dan af als een oud en versleten jasje: woede en drift, vloeken en schelden. Bedrieg elkaar niet. En doet als nieuw jasje aan: innig meeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
Wat zal het geweldig zijn, als jullie straks zo met elkaar omgaan in het huwelijk en zo samen omgaan met anderen. Door het verlossende en vernieuwende werk van de Here Jezus en zijn Heilige Geest geestelijk net zo nieuw en mooi gekleed als je het nu op je trouwdag letterlijk bent. Wordt in de bijbel de christelijke gemeente niet voorgesteld als een bruid, die voor haar man, Jezus, mooi en aantrekkelijk is gemaakt?
Het is pas Paasfeest geweest. Paulus verbindt zijn opwekking om een nieuw leven te gaan leiden, ook duidelijk met dat feest. Want hij begint te schrijven: Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt. Zo'n nieuw leven leiden kan alleen door de kracht van de opgestane Here. Maar het kan wel echt door Hem. Via het geloof in Hem, die echt leeft en actief is en door de kracht van zijn Woord en Geest gaan we meer en meer het kwade laten en het goede doen.
Toen ik een kind was, gingen mijn ouders altijd vóór Pasen nieuwe kleren voor me kopen. Ik vond dat passen in de winkel niet leuk, maar het hoorde erbij. En dan mocht ik met Pasen die kleren voor het eerst aan en er-mee naar de kerk. Dat was zo de traditie in het dorp. Je ging echt op je paas-best gekleed. Nieuwe kleren als symbool van het nieuwe leven, dat met Pasen begon.
Toch kan er dan nog één ding aan ontbreken. En dan moeten we den-ken aan de oude oosterse gewaden, die wijd en lang waren. Zulke kleding slingert te los om je lichaam. Er zit weinig model in. Ze wappert door de wind. Je voelt je er ongemakkelijk in. Je mag je dan in het nieuw hebben gestoken, het is toch niet helemaal af. De finishing touch ontbreekt er nog aan. Namelijk een riem om de middel, die alles keurig op zijn plaats houdt. Dat is het afsluitende kledingstuk, dat je aandoet. Dat maakt het omkleden compleet. Een ceintuur, een band. En dat is de band van de liefde. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
Bovenal. Bij alles, staat er letterlijk. De liefde moet dus overal bij komen, overal achter zitten. Als we onze woede proberen in te houden zit daar dan liefde achter? Als we letten op wat voor taal er uit onze mond komt, zit er dan liefde achter? Als we eerlijk tegenover elkaar proberen te zijn, zit er dan liefde achter? Als we goed voor elkaar zijn, komt er dan liefde bij? Als we het een en ander van elkaar verdragen, is het uit liefde? Als we elkaar de helpende hand toesteken, is het uit liefde? Als we elkaars fouten vergeven, gaat dat met liefde gepaard? De liefde maakt het allemaal compleet, vol-maakt. De liefde is de geestelijke ceintuur, die goed afkleedt. Want de liefde is de band van volmaakte eenheid.
Denk ook maar aan 1 Korinthe 13, Paulus' hooglied van de liefde. Al ware het, dat ik de taal der mensen en der englen sprak, ik was een klinkende cimbaal, wanneer de liefde mij ontbrak. Al wist ik elk geheimenis, al sprak ik met profetenmond, ik was van geen betekenis, wanneer g' in mij geen liefde vond. Al was ook mijn geloof zó groot, dat het een berg verdwijnen deed, al gaf ik ook mijn laatste brood aan wie gebrek en honger leed, al werd mijn lichaam ook verbrand, maar 'k schoot in liefde toch tekort, het baatte niets, ik was als zand, dat door de wind verstoven wordt.
De liefde tot God en de naaste is immers de hoofdsom van de wet en de vervulling ervan. Ook de vervulling van de tien geboden. We gebruiken Gods Naam ijdel, als we die niet met liefde op de lippen nemen. We houden de sabbat niet, als we de zondag niet met liefde voor God doorbrengen. We eren onze vader en moeder pas werkelijk, als we ze niet alleen gehoorzaam zijn, maar ook echt liefhebben. Al hebben we nog nooit iemand dood geslagen, de wortel van de doodslag is haat en nijd. Ook dat is dus al zonde. Daarom zijn we tot het tegendeel van haat en nijd geroepen. De liefde. En het is niet voldoende als je nog niet daadwerkelijk echtbreuk hebt gepleegd. Daar begin je eigenlijk al aan, als je liefde tot je man of vrouw verdwijnt. En geen vals getuigenis spreken, elkaar eerlijk de waarheid zeggen, is toch zondig, als het ongevoelig gebeurt, de liefde erin ontbreekt. De liefde maakt het allemaal pas volkomen. De liefde is de band van de volmaakte eenheid. Gesp de riem van deze liefde maar om je middel.
En dat is de liefde tot God en de naaste. Allereerst tot God. Heb dus samen in jullie huwelijk God lief.
Heb samen God de Váder lief. Omdat Hij jullie het leven gaf. Omdat Hij jullie je ouders schonk. Omdat Hij jullie tot nu toe geleid en beschermd heeft. Misschien wel eens via moeilijke omwegen. Omdat Hij jullie de gaven gaf om een beroepsopleiding te volgen en fijn werk te doen. Omdat Hij jullie elkaar liet ontmoeten en liefde voor elkaar deed opvatten. Vertrouw je daarom ook op je verdere levensweg aan deze Vader toe, aan zijn leiding en hulp, ook als er zorgen zijn, lichamelijke of maatschappelijke, het maakt niet uit. Wees in voorspoed dankbaar tegenover Hem en in tegenspoed geduldig en vol vertrouwen.
Heb samen ook God de Zóón lief. Omdat Hij jullie eerst heeft lief ge-had en ook voor jullie naar de aarde gekomen is. Omdat Hij jullie de zonden wil vergeven vanwege zijn offer aan Golgotha's kruis. Omdat Hij jullie met de kracht van zijn liefde wil troosten en ondersteunen. Omdat Hij jullie gelukkig wil maken, jullie zelfs het volmaakte geluk van zijn Koninkrijk wil schenken. Omdat Hij in de zwakheden en zorgen van het leven, ook van het huwelijksleven, ons nabij wil zijn en als hogepriester kan meevoelen met al onze zwakheden. Omdat Hij, als de dood jullie na hopelijk een heel lang huwelijksleven uiteindelijk scheiden zal, jullie het eeuwige leven wil schenken.
Heb ook samen God de Heilige Géést lief. Omdat Hij in jullie harten ten goede wil wonen en werken. Omdat Hij jullie in die harten moed en troost wil influisteren. Omdat Hij jullie wijsheid en raad wil geven. Omdat Hij jullie wil vervullen met Gods heil.
Maar heb ook de naaste lief. En de eerste naaste is degene, met wie je getrouwd bent. Heb dus vooral elkaar lief. Doet ook de liefde tot elkaar aan als de band van volmaakte eenheid. Dat lijkt op het eerste gezicht het intrappen van een open deur. Een volstrekt overbodig bevel. Je houdt toch al van elkaar? Anders zou je niet trouwen. Zeker, maar nu hebben we het wel over twee soorten liefdes, die in het huwelijk niet van elkaar te scheiden zijn, maar wel te onderscheiden.
De ene liefde is de natuurlijke liefde. Die van verliefd zijn. Je tot el-kaar aangetrokken voelen. Je blij en gelukkig voelen in elkaars nabijheid. Steeds naar elkaar verlangen. Dat gaat inderdaad vanzelf. Dat ontstaat spontaan en groeit spontaan. Daar hoef je niet zoveel voor te doen. Het is soms zelfs wijs om die liefde wat af te remmen. Het is in ieder geval zaak je gezond verstand erbij te gebruiken. Maar de andere liefde is de geestelijke liefde. Dat je bereid bent elkaar te helpen. Dat je elkaar tot steun en troost wil zijn. Dat je ook de minder goede eigenschappen van de ander verdraagt. Dat je elkaars fouten kunt vergeven. Dat je, als de relatie onder spanning komt te staan, naar een oplossing zoekt en naar de weg tot een vernieuwde relatie. Dat je, als het moet, voor elkaar grote offers kunt brengen, bijvoorbeeld bij ziekte of andere nood. En die liefde is niet altijd even spontaan. Daar moet je je zelf wel eens voor opzij zetten, voor overwinnen. Daar moet je soms eerst wel eens voor bekeerd worden, voor het zo ver komt, dat je die liefde opbrengt. Daar moet je inderdaad wel eens iets voor aantrekken, dat je van je zelf niet hebt, maar dat de Here God je moet geven en aan moet passen. En, nog eens denkend aan het beeld van een band, een riem, daar moet je je zelf wel eens voor insnoeren. Die liefde knelt wel eens, zit wel eens strak. Je oude mens, je zelfzuchtige "ik" wil er wel eens van af, wil wel eens uit de band springen, zoekt vrijheid voor zichzelf en wil daar desnoods de ander voor loslaten. Wat is het dan belangrijk om het toch vol te houden. Dat is het kenmerk van de ware liefde. De liefde, die geschenk van God is. Die liefde, die volmaakt is.
En díe liefde wordt hier bedoeld. Paulus heeft het hier immers niet over de natuurlijke aantrekkingskracht tussen man en vrouw, maar over de naastenliefde van de leden van de christelijke gemeente. Als jullie willen, dat je huwelijk echt voor het hele leven is en als jullie er een christelijk huwelijk van willen maken - jullie vragen er vandaag toch niet voor niets Gods zegen over - zoek dan naast die spontaan gegroeide natuurlijke liefde ook meer en meer die geestelijke liefde tot elkaar. Vraag God of Hij je die geven wil. En leef maar heel dicht bij de Here Jezus. Volg Hem na. Want juist Hij heeft die heerlijke liefde op zo voorbeeldige, ja volmaakte wijze ons vóórgeleefd. In zijn leven en zijn sterven. Vol ontferming en opofferingsgezindheid voor stakkers, voor verloren zondaren.
En heb zo niet alleen elkaar lief, maar ook anderen. Want je man, je vrouw is wel je eerste naaste in het leven, maar niet je enige. Daar zijn inderdaad ook je naasten in dezelfde gemeente. Daaraan denkt Paulus concreet in onze tekst. Juist in die gemeente van Jezus Christus hoort deze liefde thuis. Ik hoop, dat je haar in die gemeente dan ook ontvangen en schenken mag. En dat jullie zo in je huwelijk en gezin een cel van liefde zijn in een gemeente van liefde.
Maar we moeten nog verder gaan. Want die liefde strekt nog wijder. Die liefde hoort tot ieder uit te gaan, gemeentelid of niet, christen of niet. Immers, God heeft ook de wereld zo lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Het is juist zo belangrijk dat we als kinderen van deze God deze geestelijke, christelijke liefde overal laten zien en voelen. Als lichtstralen in een donkere wereld. Als warmtestralen in een koude wereld.
En dat geldt natuurlijk niet alleen voor jullie, bruid en bruidegom. Zo'n trouwpreek is dan wel speciaal voor jullie, maar ook weer niet alleen voor jullie. We krijgen allemaal, zoals we hier zitten en staan de oproep mee: En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. Als een ceintuur, die het kleden vervolmaakt.
Nog één ding zou ik van die riem willen zeggen. Als in het oude Israël de mensen gingen werken, dan snoerden ze hun lange wijde overkleed met een riem aan hun lichaam vast om zo meer bewegingsvrijheid voor armen en benen te krijgen. Als Jezus zegt: laat uw lenden omgord zijn, is dat een oproep tot werkzaamheid, tot activiteit. En daarom hoop ik, dat jullie op dit punt niet met de armen en de benen over elkaar gaan zitten, maar in je huwelijk echt werk gaan maken van deze heerlijke liefde. De handen uit de mouwen van dat nieuwe jasje steken en aan de slag gaan om die liefde te tonen. Er echt actief in proberen te zijn, daarbij de hulp, de kracht en de raad van God inroepend. Je zult er geen spijt van hebben. Want waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen. Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen. En 't leven tot in eeuwigheid. Amen.
Rapporteer
My comments