De website van Arie Tromp

  • Verschenen in: Kerk- en Verenigingsklanken (Herv. Gemeente Krimpen aan de Lek)
  • op: 1 april 1991
Johannes 21 : 3 en 4 Jezus op de oever

Johannes 21 : 3 en 4


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Jezus op de oever

En in die nacht vingen zij niets. En toen het nu morgenstond geworden was, stond Jezus op de oever...

Het mag dan Pasen geweest zijn, maar de discipelen van de Here Jezus zijn bepaald niet in een opgewekte stemming. Ze zijn zelfs eerder opstandig gestemd. Je krijgt het gevoel, dat ze na de laatste verschijning van hun Meester in een diep gat zijn gevallen. Ze wachten, maar weten eigenlijk niet waarop en hoelang. Het geduld van Petrus raakt het eerst op. Hij houdt het niet langer uit. Ik ga vissen, zegt hij. En de anderen gaan met hem. 't Is of ze met hun oude beroep ook hun oude leven weer oppakken en die hele periode met Jezus niets bij hen teweeg heeft gebracht. En tot overmaat van ramp werken ze de hele nacht in het donker, de kou en de nattigheid zonder iets te vangen. Geen wonder dat die vreemdeling op de oever, die hen 's morgens om enige toespijs vraagt, een uiterst korzelig antwoord krijgt: nee.

Er kunnen periodes zijn, waarin ons leven er ook zo uitziet. Je bent voor je gevoel in een leegte terecht gekomen, een impasse. Je hebt stormachtige en enerverende tijden achter de rug, maar het is windstil geworden. Er zal je nog best het een en ander te wachten staan, maar wat en wanneer? Je loopt met je ziel onder je arm. Mogelijk ook omdat die ziel Jezus kwijt is. 't Is of Hij je in de steek heeft gelaten. Hij mag dan de Levende zijn, maar laat het je niet merken. Is er sinds Pasen wel wat veranderd in deze wereld? En deze vraag welt helemaal op, als je van de ene teleurstelling in de andere valt. Als je hard zwoegt zonder noemenswaardig resultaat. Als je steeds weer bot vangt. Als je je in het leven allerlei moeiten, risico's, onkosten getroost en het niets oplevert. 't Is inderdaad om korzelig en nurks van te worden. En in die nacht vingen zij niets. Het is een kort en nuchter zinnetje, waarachter toch véél schuil gaat. En dat zinnetje kan een juist beeld geven van ons leven.

Maar dan mogen we ook weten, dat de opgestane Heiland op de oever van ons leven staat. Wij zijn het zicht op Hem kwijt geraakt, maar Hij ziet ons wel. Door de donkere nacht heen en over grote afstand heen. Hij ziet ons zwoegen en tobben. Hij hoort ons klagen en mopperen. Hij weet wat we doormaken. Het leven mag er dan uitzien, alsof Hij er niet is, het tegendeel is het geval. We worden door Hem niet in de steek gelaten, net zo min als Hij zijn discipelen losliet. Wij zwalken met ons levensscheepje op de ongewisse golven van deze tijd zonder noemenswaardige waardevolle zaken binnen te halen, maar gelukkig staat er Iemand op de vaste oever van de eeuwigheid naar ons te kijken. Jezus, die door de branding van de dood is heengegaan. En geen moment verliest Hij degenen uit het oog, die Hem wel willen volgen, maar daarin toch zwaar beproefd en verzocht worden, zodat ze het soms niet meer zien zitten.

Doch Hij doet meer. Op zijn aanwijzing wordt het net aan de rechterzijde van het schip uitgeworpen. Dat druist tegen alle visserslogica in. Je gooit het net niet meer bij daglicht uit in zulk helder water en je doet dat ook niet aan de meest onhandige kant. Toch kunnen ze daarna het net niet meer trekken vanwege de menigte der vissen. Ons zondige leven is aan de vruchteloosheid en de ijdelheid onderworpen. Daardoor kan het gebeuren, dat we ons precies aan alle spelregels houden van het maatschappelijk en economisch bestel, maar toch geen succes hebben. En laten we ook maar eerlijk belijden, dat wij vanuit ons zelf met lege handen staan en de Here niets kunnen aanbieden. Hebben jullie iets van jezelf voor Mij? Niets! Maar juist na zo'n belijdenis van eigen onmacht kan de Here het wonder geven, dat Hij ons met Zijn overvloed aan zegeningen overlaadt op een wijze, die wij niet kunnen begrijpen en tegen onze logica indruist. En dan roepen wij het ook met Johannes uit: Het is de Here! Dan gaan we die vreemdelingen aan de oever van ons leven herkennen en nemen we tot Hem onze toevlucht. Dan blijkt Hij tóch de Levende. Dan blijkt er met Pasen tóch iets gebeurd te zijn, dat ons leven radicaal verandert. En geen tegenspoed, geen zorg, geen nood, geen verdriet is daardoor meer 'oeverloos'.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4