De website van Arie Tromp

  • Verschenen in: Kerk- en Verenigingsklanken (Herv. Gemeente Krimpen aan de Lek)
  • op: 1 september 1987
Lukas 2 : 49 Bezig

Lukas 2 : 49


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   
Je kunt deze muziek afspelen.

Was ists, daß du mich gesuchet?
Weißt du nicht, daß ich sein muß in dem,
das meines Vaters ist?

Recitatief van een bas uit Cantate "Liebster Jesu, mein Verlangen"
van Johann Sebastian Bach, BWV 32.


Hier, in meines Vaters Stätte,
findt mich ein Betrübter Geist.
Da kannst du mich sicher finden
und dein Herz mit mir verbinden,
weil dies meine Wohnung Heißt.

Aria van een bas uit Cantate "Liebster Jesu, mein Verlangen"
van Johann Sebastian Bach, BWV 32.


Bezig

"Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader?"

Als je kind zoek is, waar ga je ‘t zoeken? Misschien wel allereerst op plaatsen, waar ‘t niet mag komen. Verder bij vrienden, bij familie, overal. Hoewel, letterlijk overal toch weer niet. Zou u bijvoorbeeld in de kerk gaan kijken of ‘t dáár is? Je komt niet eens op ‘t idee.

Als Jezus twaalf jaar is, gaat hij voor het eerst met zijn ouders mee naar Jeruzalem om daar het Paasfeest te vieren. Wanneer zij teruggaan, is Hij niet bij hen. Hij zal wel bij vriendjes of neefjes lopen, zo denken ze. Maar tegen de avond voegt Hij zich niet bij hen en ze worden ongerust. Ze keren naar Jeruzalem terug en zoeken hem overal. Drie dagen lang. Wat een angst vervult hun hart. Maar uiteindelijk vinden ze Hem. Waar? Waar ze in ieder geval niet direct naar toe gegaan waren. In de tempel. Daar is Hij in druk gesprek met de schriftgeleerden. Hij luistert naar hen. Hij stelt hun vragen. En ieder die Hem hoort is verbaasd over zijn verstandige opmerkingen. En als Maria Hem verwijten maakt: "Kind, waarom heb je ons dit aangedaan, je vader en ik hebben je met angst gezocht", is het antwoord: "Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader?"

Veel kerkelijke activiteiten starten binnenkort weer: catechese, jeugdwerk, kringwerk, enz. 'k Hoop, dat we daarin als jongeren en ouderen ‘t goede voorbeeld van Jezus volgen. Dat we vaak "zoek" zijn, in de kerk, in ‘t verenigingsgebouw, of bij elkaar thuis. Naar elkaar luisterend. Elkaar vragen stellend. Bereid van elkaar te leren. En samen ons buigend over de Bijbel. Zo met elkaar bezig met de dingen van God. En daarbij misschien ook wel alle andere zaken vergetend, de tijd vergetend. Zodat alles daarvoor moet wijken. Want er staat eigenlijk niet: bezig zijn met de dingen van de Vader, zoals de nieuwe vertaling luidt. Je kunt met iets bezig zijn zonder je aandacht er ten volle bij te hebben. Of zelfs met tegenzin. Nee, er staat: zijn in de dingen van de Vader. Er helemaal in opgaan. Geloven is: in de zaken van God duiken. Er je aan uitleveren. Je leven er aan ophangen. Er inderdaad je ziel en zaligheid van maken. Je helemaal door Gods handelen aan deze wereld mee laten slepen. Als iets goed loopt, zeggen we: ik ben d'r helemaal in. 'k Hoop, dat we zo in God zijn.

En dat ‘t ook een móeten voor ons is. Niet een onheilig, maar een heilig moeten. Waarom ga je naar de kerk? Naar de catechisatie? Sommige jongelui zullen ronduit antwoorden: ik moet van m'n ouders. En ook als ouderen doen we soms aan bepaalde kerkelijke activiteiten mee uit een soort plichtsgevoel. Een moreel moeten, zonder er nu altijd wezenlijk bij betrokken te zijn. Maar Jezus heeft ‘t over een ánder moeten. Een innerlijke drang en noodzaak, omdat je alleen maar echt leeft en gelukkig bent als je in de dingen van God bent en omdat je geen raad weet en je je verloren voelt, als je buiten de dingen van God bent. Een getrokken worden door een goddelijke aantrekkingskracht, die alle andere zaken, die aan jou trekken, ver overtreft. Zo zeer, dat zelfs alles wat je lief en dierbaar is op aarde, er uiteindelijk voor wijken moet. Zoals Jezus zijn hemelse Vader hier stelt boven zijn aardse ouders. Soms moeten we kiezen tussen kerkelijk werk en andere activiteiten. 'k Hoop, dat we dan niet door een onheilig, maar door een heilig moeten gedreven worden om met de Here en Zijn Woord bezig te zijn. Door een moeten, dat God Zelf ons in het hart gelegd heeft. Een ander begrijpt dat niet altijd. Zoals ook Jozef en Maria dit woord, dat Jezus tot hen sprak, niet begrepen. Maar we mogen ‘t wel vragen: begrijp je 't niet? Heb je 't niet door? Dat is nu de overmacht van God en Zijn Geest. Ik moet gewoon. Ik ben verkocht. In de goede zin van het woord. Zalig wie daar iets van begrepen heeft.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4