Deuteronomium 6 : 4
Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Israël
Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één!
De eerste zondag van oktober heet in de kerken Israël-zondag. Dan geven we bijzondere aandacht aan ‘t volk, dat door God is uitverkoren en de Verlosser van de wereld, Jezus Christus, heeft voortgebracht. Daarom staan we in deze overdenking stil bij de woorden, waarmee elke jood zijn geloof belijdt. “Hoor, Israël: de Here is onze God: de Here is één.”. Dagelijks spreekt men deze woorden uit. Stervenden gaan heen met deze woorden op de lippen.
Gelijk valt op, dat Israël zijn geloof in één God belijdt en nog wel in een wereld, die wemelde van goden, machten en geesten. Alle goden verdwijnen als sneeuw voor de Zon, die hun God is. De unieke en ware God. Er is niemand God behalve Hij. Hij laat niets over aan het toeval of het noodlot. Hij laat niets over aan de groten der aarde of de wereldbeschouwelijke en politieke systemen, die zich als goden verheffen. Hij houdt alles aan Zich. Hij is de alfa en de omega, het begin en het einde. Het is alles uit Hem, door Hem en tot Hem. "Voor U moet alles wijken, Heer, wie is Uw gelijke!" Wij mensen zijn de makers van allerlei afgoden. Ze bestaan slechts voorzover wij slaafs voor hen buigen en hun macht verlenen. Maar bij de ware God is het andersom. Hij is onze Maker. Wij bestaan door Zijn wil. En Hij wil niets liever dan ons van allerlei machten verlossen, en ons zo de ware vrijheid en zaligheid schenken.
Hij wil ook in Zijn verbondstrouw met ons meetrekken door het leven. Waarschuwend, straffend, maar ook reddend, troostend. Want zijn Naam is Here. Jehova, zeiden we vroeger. Jahweh, zegt men tegenwoordig. De joden zeggen wat anders, omdat ze bang zijn de heilige Naam te ontheiligen, wanneer ze die op de lippen nemen. God legt Zelf die Naam aan Mozes uit. Ik zal zijn die Ik zijn zal. O mens, waar je ook komt en wat je ook overkomt, Ik zal d’r bij zijn in mijn bijzonderheid als enige God, Schepper, Regeerder, Rechter, Redder.
En deze God heeft Israël uitgekozen om zich via dat volk aan ons bekend te maken. Aan wat Hij tot dat volk sprak en met dat volk deed, kunnen we Hem leren kennen. Ja, Hij heeft zelfs Zijn hele hart bloot gelegd in die ene Zoon uit dat volk, Jezus Christus. Die is met al zijn woorden en daden de unieke openbaring van de unieke God. Door Hem weten wij welke gedachten God over ons koestert. Hij heeft ons lief. Hij vergeeft ons graag onze zonden. Hij is barmhartig in onze nood. In Jezus Christus is God met ons, is Hij d’r bij, zelfs midden in onze schuld en verlorenheid, midden in nood en dood.
Maar Hij is er ook bij en laat ons niet met rust, wanneer we iets verkeerds doen, we nalatig zijn, egoïstisch, oppervlakkig of genotzuchtig. Steeds zullen we van die God zeggen: Hij is ‘t weer. En: Hij is d’r weer. Met zijn aanklachten en beschuldigingen. Maar ook met zijn raad en troost. Hij laat zich gelden als de unieke Tegenstem. Herkent u dit?
Want omdat Hij de enige Here is, eist Hij ons ook helemaal voor zich op en duldt Hij niet, dat Hij met andere machten of mensen gedeeld wordt. Hoor, Israël, de Here is één. Zó, om díe reden, zult gij de Here, uw God, liefhebben, met uw hele hart, uw hele ziel, uw hele kracht.. Zullen we God zó liefhebben? Uit de grond van ons hart? Met de diepste vezels van ons bestaan? Dat is de bedoeling. Geen meeloperij. Geen uiterlijke gehoorzaamheid. Geen holle traditie. Niet met je hart ergens anders, maar bij Hem. Zullen we God zo liefhebben in de diepte van ons leven?
Zullen we God ook liefhebben in de lengte van ons leven? Dat wil zeggen: zullen we de lichtfakkel van het evangelie aan onze kinderen doorgeven? Zo zorgen voor de ware traditie: de overdracht van Gods Woord aan de komende geslachten? Bij de joden is deze traditie erg belangrijk. Lees maar wat daarover ook in Deuteronomium 6 staat: gij zult mijn woorden uw kinderen inprenten.
Zullen we God ook liefhebben in de breedte van het leven? Mag Hij het op alle levensterreinen voor het zeggen hebben? “Wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat?” ’t Staat ook in dat hoofdstuk.
De Enige wil ons graag horen belijden en ons daarnaar zien leven: “Enig! U bent de Enige in mijn leven!”
Rapporteer
My comments